Sunday, January 02, 2011

93. Fiat-geld en Goud. (Deel 4)

4 Fiat geld en goud.

Geld faciliteert arbeid. En alleen arbeid brengt ons welvaart en rijkdom.
Door het ruilmiddel geld ontstaan heel veel mogelijkheden: mensen gaan eerder aan het werk omdat ze meteen na de arbeid beloond worden, en niet pas als het product af is.
Arbeidsdeling en  sparen worden mogelijk. Projecten uitvoeren die zich later pas terug verdienen.  Kapitaalsgoederen kunnen worden gemaakt. Universiteiten kunnen kennis produceren en verkopen.  Etc.etc.

Als een groep mensen afspreekt dat bankbiljetten of schelpen als ruilmiddel dienen, dan zijn ze ook als zodanig  bruikbaar.  De samenleving heeft zijn goedkeuring (fiat) gegeven.
Fiat geld heeft van zichzelf geen waarde. De waarde berust op een afspraak.

Als daarentegen grondstoffen als ruilmiddel worden gebruikt ( goud, yak-poep, graan) dan is die afspraak niet essentieel. In sommige groepen dienen sigaretten als betaalmiddel. Een reep mars is 2 sigaretten waard, een flesje pils is drie sigaretten waard. Vertrouwen in het betaalmiddel is niet nodig:  Het ruilmiddel heeft een gebruikswaarde van zichzelf en wordt gewoon als tussenstap gebruikt omdat het kleiner is en niet bederft.  Het nadeel van goud en yak-poep en sigaretten is dat er bij een snel groeiende economie te weinig van is. Dat geeft minder investeringen, dus minder werk, dus minder creatie van welvaart: crisis.

Fiat geld (bankbiljetten) kan wel worden bijgemaakt, wat een voordeel is, maar ook het gevaar oplevert dat een gemakzuchtige regering er te veel van drukt. Dan treed inflatie op, en dat is ook nadelig. Dan vertrouwen de mensen het geld niet meer en ligt de economie op zijn gat.

Daarom is lange tijd de hoeveelheid papiergeld ‘gedekt’ geweest door een hoeveelheid goud die in het land aanwezig was. Er mocht niet meer worden gedrukt als er niet meer goud in de kluis kwam.

In 1945 nam Amerika de rol van ‘bewaker van de geld-waarde’op zich. De S was de standaard, en die steunde weer op de hoeveelheid goud in haar kluizen.
Toch is dat systeem in 1971 niet langer houdbaar gebleken.
En nu is het onmogelijk om er naar terug te keren.
Dat is ook niet zo erg.
Fiat-geld kan heel goed functioneren. Zolang de bankwereld transparant is en door buitenstaanders gecontroleerd kan worden.  Daar schortte het aan de laatste 15 jaar. (*)

Je kunt een mandje met producten en diensten samenstellen en bepalen dat dit in totaal 100 $ waard is. Naarmate er meer producten komen in een land, zal er ok meer geld in omlop moeten zijn om dat mandje op 100 $ te houden.  Als je geen geld bij drukt, dan kost het mandje op den duur nog 50 $.  Dan is deflatie opgetreden.
Dat is de-stabiliserend, want dan gaan mensen te veel sparen, en dan komt er nòg minder geld in de economie.

Om de creatie van ‘rijkdom’ te bevorderen moet je arbeid bevorderen. En dus moet je voorkomen dat mensen geld in een oude sok stoppen. Dat kun je voorkomen door te streven naar een inflatie van 2 % per jaar.  

No comments:

Post a Comment