Sunday, October 22, 2023

1408 Rob de Wijk is een pathologisch leugenaar die onze regering adviseert.

De Volkskrant heeft zich vastgebeten in Rob de Wijk. 

Kosten noch moeite gesdpaard,  en nu is wel duidelijk: Veel verhalen van De Wijk zijn uit de duim gezogen. 

Het hele artikel hiet geplaatst, "om het te hebben" ,  maar de foto;s zijn dit keer niet goed te copieren. Ik omschrijf ze dus, in groen. 

Het is niet nodig het lange artikel te lezen. Als U maar onthoudt dat de man egeen enkel probleem heeft om zaken te verzinnen. 

Ik was enige malen bij een  'Haags College" van Rob de Wijk. Ik stelde dan wel eens vragen.  Ik deelde er pamfletten uit in de pauze, en gaf die ook aan hem. 

Hij was totaal niet te beïnvloeden. Ging er gewoon niet op in . 


ONDERZOEK

Rob de Wijk en de geheime operatie tegen Bin Laden: 

‘Waarom zouden ze er een professor uit Nederland bij betrekken?’

   Een  tekening met daarop de onderwerpen van dit artikel:  Rob de Wijk, Osama bin Laden, de schuilplaats van Bin Laden,  Mandela en de truck met Taliban stijders die hem bijna zouden hebben ontvoerd. 

Hoogleraar en onderzoeker voor de overheid Rob de Wijk houdt het al jaren vol: ik wist als een van de weinigen waar Osama bin Laden zich schuilhield. Deze zomer gaf de commentator voor het eerst meer details, maar zijn verhaal zit vol ongerijmdheden. ‘Dit doorstaat geen enkele gezond-verstandtest.’

Frank Hendrickx20 oktober 2023, 22:00

Vier dagen nadat Amerikaanse speciale eenheden op 2 mei 2011 de jarenlang spoorloos verdwenen Osama bin Laden tijdens een geheime operatie in Pakistan hebben gedood, plaatst dagblad Trouw een voetnoot bij de historische gebeurtenis. ­‘Locatie Bin Laden was zo geheim niet’, schrijft de krant op de voor­pagina. ‘Rob de Wijk hoorde het van leger VS.’

Ook de NOS verspreidt het nieuws dat De Wijk die dag terloops in zijn wekelijkse Trouw-column meldt: ‘Nederlander kende locatie Bin Laden al’. De emeritus hoogleraar internationale betrekkingen hoort naar eigen zeggen al begin februari 2011 bij een reguliere briefing in Afghanistan dat de meest gezochte terroristenleider ter wereld nog leeft en dat hij zich schuilhoudt ‘ten noorden van Islamabad’.

Meer wil hij dan niet kwijt. ‘Je bent strafbaar als je daarover iets naar buiten brengt.’

OVER DE AUTEUR

Frank Hendrickx is politiek verslaggever voor de Volkskrant. In 2022 won hij de journalistieke prijs de Tegel voor zijn stuk over de mondkapjesdeal van Sywert van Lienden en co. Hendrickx was eerder correspondent in VS en Rusland.

Zo blijft jarenlang onduidelijk hoe de Nederlander een deuntje meespeelde bij een van de meest spraakmakende operaties uit de recente geschiedenis. Dat verandert deze ­zomer als De Wijk te gast is in de radioserie Het Marathon­interview van de VPRO en acht minuten lang ingaat op de zaak. Op de vraag van interviewer Tim de Wit of het klopt dat hij wist waar de Al Qaida-leider die verantwoordelijk was voor de 9/11-aanslagen zich schuilhield, zegt De Wijk vol overtuiging: ‘Ja, zeker.’ Dat die kennis slechts in zeer kleine kring ­bekend was, beaamt hij eveneens: ‘Dat zullen misschien tien, vijftien mensen zijn geweest, inclusief ondergetekende.’

NPO Radio 1 prijst het interview met De Wijk aan met het citaat: ‘Ik wist echt waar Bin Laden zat.’ Ook denktank HCSS pronkt op de eigen site met het verhaal: ‘Hoe hij als een van de weinigen wist waar Osama bin Laden verborgen zat.’

Werkt het fragment niet? Beluister het dan hier.

Boegbeeld

Een bijzonder historisch feit is het zeker: een Nederlander die in vertrouwen wordt genomen bij een van de geheimste operaties van de laatste decennia. De Wijk is emeritus hoog­leraar internationale betrekkingen aan de Universiteit Leiden en boegbeeld van HCSS, een denktank die voor ministeries grote onderzoeken uitvoert op het gebied van defensie en buitenlandbeleid. Hij is een man naar wie geluisterd wordt: dit jaar ontvangt hij bij HCSS minister van Defensie Kajsa Ollongren, staatssecretaris van Defensie Christophe van der Maat en de Amerikaanse ambassadeur Shefali Razan Duggal.

De Wijk heeft daarnaast een goede band met de media. Bij internationale crises treedt hij op als toonaangevend en invloedrijk duider. Zijn mediapopulariteit hangt ook samen met zijn intrigerende verhalen over avonturen tijdens buitenlandse studiereizen. De hoogleraar vertelt in interviews dat hij door Hezbollah onder vuur is genomen (‘De ­kogels ketsen boven onze hoofden tegen de rotsen’), hij overleefde een bomaanslag in Kabul (‘De bom sloeg 50 meter achter ons in’), wist nipt te ontsnappen aan een ontvoering door de Taliban, en hij gaat om met de grote der aarden – zoals drie dagen lang met Nelson Mandela.

Toch blijft het meest bijzondere zijn inside-information over de schuilplaats van Bin Laden.

Er valt wel iets op aan het verhaal dat De Wijk vertelt aan de VPRO: het botst op cruciale punten met twee boeken van vooraanstaande journalisten en de memoires van twee Navy Seals, de elitetroepen die betrokken waren bij de operatie genaamd Neptune Spear.

Dat begint al met De Wijks omschrijving van Bin Ladens schuilplaats. De grootste verrassing in mei 2011 is dat Bin Laden zich schuil blijkt te hebben gehouden in de stad Abbottabad, waar ook een Pakistaanse legerbasis is gevestigd. ‘Hiding in plain sight’, zoals het in 2011 wordt omschreven. De ­veronderstelling dat hij zich verstopte in het onherbergzame, deels autonome, tribale grensgebied is daarmee ­gelogenstraft.




FOTO VAN DE WIJK.  

Beeld Jiri Büller

Toch omschrijft De Wijk tegenover de VPRO Abbottabad stellig als ‘een dorpje’ gelegen ‘in tribaal gebied’. ­‘Redelijk safe dus.’ Als de Volkskrant de hoogleraar er in een telefonisch gesprek op wijst dat Bin Laden in een stad buiten tribaal gebied zat, legt De Wijk de schuld bij de mensen die hem in ­Afghanistan informeerden. ‘Ik vroeg: waar zit hij dan? ‘Daar en daar’, kreeg ik te horen. Toen werd er gezegd: ‘Dat is in tribaal gebied.’ U zegt dat dat niet klopt. Nou, prima. Dat is dan een fout.’

In een mail enkele weken later komt De Wijk met een andere verklaring: ‘Al Qaida zelf had bases in het tribale ­gebied, Bin Laden zat daarbuiten. Ik heb die twee door elkaar gehaald.’

Er zijn meer ongerijmdheden. In een interview met Vrij Nederland in 2012 zegt de hoogleraar al dat hij van de verblijfplaats van Bin Laden hoorde ‘bij een briefing in het Intelligence Fusion Center in Afghanistan’.

De Wijk legt in het artikel uit dat hij toegang kreeg tot die hoogst gevoelige informatie, omdat hij behoorde tot een stuurgroep van het Nato Special Operations Headquarters (NSHQ) in het Belgische Bergen, een organisatie die volgens hem ‘nauw samenwerkt met de club die de operatie uitvoerde’. Als CIA-baas Leon Panetta in de dagen na ­operatie Neptune Spear ‘operationele ­details’ naar buiten brengt over de ­manier waarop Bin Laden is uitgeschakeld, krijgt De Wijk naar eigen zeggen van de stuurgroep ook ‘een telefoontje dat ik gerust kon zeggen dat ik daarbij betrokken was geweest’.

Een woordvoerder van de Navo ­bevestigt het lidmaatschap van De Wijk van de inmiddels opgedoekte stuurgroep, maar kan niet achterhalen wie er nog meer lid waren. Volgens haar ging het om een jaarlijks wisselend gezelschap van gepensioneerde militairen, academici en mensen van denktanks. Die dachten af en toe mee met het NSHQ over samenwerking ­binnen de Navo. Van enige betrokkenheid bij de operatie ­tegen Bin Laden weet ze niets.

Ze verwijst naar de toenmalige stafchef, de gepensioneerde kolonel Stu Bradin, die mogelijk meer weet. Als de Volkskrant Bradin eind augustus benadert, wil hij niet reageren. De oud-kolonel zit nog steeds in het netwerk van De Wijk – beiden zijn lid van een non-profitorganisatie die informatie uitwisselt over special forces – en heeft ook contact met hem over de vragen van de Volkskrant. Bradin wil alleen kwijt dat hij niet betrokken is geweest bij Neptune Spear. Als de Volkskrant hem vier weken later nog een keer benadert over de briefing die De Wijk zou hebben gekregen over de verblijfplaats van Bin Laden, antwoordt Bradin: ‘Dat is nog steeds geheime informatie. Ik kan geen commentaar geven.’ Hij ­specifieert niet waar hij dan op doelt.

Toch vertelt De Wijk in Het Marathoninterview wel in detail hoe hij in februari 2011 als ‘adviseur van special forces’ (‘Ik ben heel vaak in Afghanistan geweest, heb heel veel operaties van nabij gezien’) op de hoogte wordt gebracht van Bin Ladens schuilplaats. Tijdens een briefing in een inlichtingencentrum ‘gerund door de Amerikanen en CIA’ komt een hele reeks codenamen voorbij – ‘Af en toe werd mij ook wat ­gevraagd, van: hoe zou jij dat doen?’ – dan valt opeens de naam Geronimo. De Wijk wordt stil als hij erachter komt dat dit beweerdelijk de codenaam is van Bin Laden.

De Wijk in het VPRO-interview: ‘Ze vroegen: ‘Waarom zei je niks? Want dit is wel belangrijk. Dit is een van de redenen waarom je hier bent.’ Ik zei: ‘Ja, maar ik wist niet dat Geronimo Bin Laden was.’ ‘O’, zeiden ze, ‘maar we dachten dat dat jou wel verteld was.’ Ik zei: ‘Nee hoor, dat is mij nooit verteld.’ Toen heb ik een hele briefing gekregen.’

De Wijk stelt dat hij vervolgens ‘uitvoerig’ discussieert met het team van admiraal William McRaven, de leider van de Joint Special Operation Command (JSOC), die de bestorming van Bin Ladens compound in Pakistan moet uitvoeren.

Gezond-verstandtest

De manier waarop De Wijk naar eigen zeggen in Afghanistan is geïnformeerd, wijkt sterk af van het beeld dat opdoemt uit de boeken van Peter Bergen (Manhunt, de jacht op Osama Bin Laden) en Mark Bowden (The Finish). Beide boeken, die zijn ­gebaseerd op talloze gesprekken met direct betrokkenen, ­beschrijven hoe er extreme geheimhouding wordt betracht als de mogelijke verblijfplaats van Bin Laden eenmaal in ­Pakistan is ontdekt.

Iedereen is panisch voor lekken. De Al Qaida-leider is al eens eerder ontsnapt bij een operatie in Tora Bora, niemand wil zo’n vernedering nog eens meemaken.

Dat is ook de reden waarom tot kort voor de missie bijna niemand in Afghanistan wordt geïnformeerd. Alleen ­admiraal McRaven, die formeel vanuit North Carolina ­opereert maar wel veelvuldig in Afghanistan is, wordt eind januari ingelicht door de CIA. De commandant van de ­speciale eenheden brengt een klein team van planners bij het CIA-hoofdkwartier in Langley onder.

In The Finish schrijft Bowden, die bekend werd met Black Hawk Down, over een mislukte speciale operatie in Somalië, dat de operatie ‘in-house’ wordt voorbereid om geheimhouding te verzekeren. Het aantal mensen buiten de CIA dat weet van Bin Ladens mogelijke verblijfplaats is volgens hem begin 2011 ‘op twee handen te tellen’: president Obama, zijn naaste veiligheidsadviseurs en enkele topmilitairen.

‘De geheimhouding was zo intens dat van de 150 duizend Amerikaanse en Navo-soldaten in Afghanistan, alleen de algehele commandant, generaal David Petraeus, wordt geïnformeerd’, schrijft ook Afghanistan-kenner Bergen in Manhunt. ‘Hij krijgt drie dagen van tevoren een seintje.’

In een telefonische toelichting noemt Bergen, die een Engels transcript van het VPRO-interview met De Wijk krijgt van de Volkskrant, het ‘totaal onlogisch’ dat de Nederlander in Afghanistan eerder dan generaal Petraeus hoort over Bin ­Ladens verblijfplaats. ‘Dit was het meest beschermde stukje geheime informatie in decennia. Waarom zouden ze er een hoogleraar uit Nederland bij betrekken? Dit doorstaat geen enkele gezond-verstandtest.’

McRaven

Dat oordeel wint aan kracht als de Volkskrant contact zoekt met direct betrokkenen in de VS. Op basis van anonimiteit bevestigt een hooggeplaatste Amerikaanse functionaris die vanaf het begin betrokken was bij de operatie dat het onmogelijk is dat De Wijk in het Intelligence Fusion Center (IFC) hoorde over Bin Laden. ‘Ik kan u garanderen dat in februari of maart niemand in het IFC ook maar iets wist van de operatie’, schrijft de functionaris in een mail aan de Volkskrant – waarin ook staat dat in februari alleen McRaven in Afghanistan kennis had van Bin Ladens verblijfplaats.

Dat zou betekenen dat De Wijk alleen door McRaven geïnformeerd kan zijn over de plek waar de Al Qaida-leider zich schuilhield. De Volkskrant benadert McRaven voor een reactie en stuurt hem een Engelstalig transcript van De Wijks interview. In een antwoord dat via een tussenpersoon wordt doorgestuurd naar de Volkskrant, schrijft de admiraal: ‘Ik heb nooit van Rob de Wijk gehoord. Wie hij ook is, hij heeft nooit direct met mij gewerkt en hij heeft zeker niet mijn team ­‘geadviseerd’.’

De Wijk wil niet zeggen of hij met McRaven heeft gesproken over Bin Laden. Dat de admiraal hem niet kent, noemt De Wijk ‘goed mogelijk’. ‘Die man ontmoet zo verschrikkelijk veel mensen.’ Volgens De Wijk is het ‘totale onzin’ dat behalve McRaven niemand in Afghanistan op de hoogte was van Bin Ladens verblijfplaats. ‘Inlichtingen worden op verschillende plaatsen ingewonnen en lopen over verschillende schijven’, aldus de hoogleraar.

Er is een ander element in het verhaal van De Wijk dat strijdig is met de andere geschiedschrijving: het gebruik van het codewoord Geronimo. Mark Bowden beschrijft hoe de term Geronimo onderdeel is van de ‘mission execution checklist’ van de Navy Seals die de operatie uitvoeren in mei 2011.



Een scéne uit de film Zero Dark Thirty over 

de commando-operatie tegen Osama bin Laden.

Beeld Reuters

De missie is onderverdeeld in zeven fasen met ieder een eigen letter: van A tot en met G (Geronimo). ‘Geronimo betekende dat de kritische mijlpaal succesvol was gepasseerd en Bin Laden was veiliggesteld’, schrijft Bowden. Dat verklaart ook de uitroep door een van de Navy Seals na het neerschieten van de terroristenleider: ‘For God and country, Geronimo. Geronimo. Geronimo.’

In februari 2011, als De Wijk in Afghanistan is, is de missie nog niet uitgewerkt en zijn de Navy Seals nog niet geselecteerd, blijkt ook uit de memoires van twee betrokken ­Navy Seals. Geronimo was ‘a tactical level detail’ dat alleen bij de deelnemers van de missie bekend was, zegt Bergen in zijn tele­fonische toelichting. ‘Het is niet eens duidelijk of de mensen in het Witte Huis ervan op de hoogte waren.’ Kort na de operatie was president Obama tijdens een interview in de veronderstelling dat Geronimo de codenaam was van Bin Laden, maar dat werd later weersproken door de Amerikaanse ­autoriteiten.

Zelfs als Geronimo ook als codewoord voor Bin Laden werd gebruikt – ook in de memoires van een Navy Seal doet één anonieme militair dat – dan gebeurde dat pas toen de operatie in maart en april werd uitgewerkt. Dat maakt de hooggeplaatste Amerikaanse functionaris die direct betrokken was bij de missie duidelijk in zijn mail aan de Volkskrant: ‘Ik probeer hier niet te kritisch te zijn over meneer De Wijk, maar niemand kende in februari de term Geronimo, mezelf incluis.’

Compound

De Wijk vertelt tegen de VPRO ook nog dat hij naar verluidt op vliegbasis Bagram naast een nagebouwde compound van Bin Laden sliep waar de special forces hun missie op oefenden. Een generaal heeft hem dat verteld tijdens ‘een debriefing in Warschau’. De Wijk: ‘Hij zei: ‘Rob, jij wist wel heel veel. We hebben je bijna alles verteld. Maar niet alles. Herinner je je nog die muur met die teringherrie? Aan de andere kant hadden we de hele compound van Bin Laden nagebouwd. En die wilden we niet laten zien.’’

De boeken van Bergen, Bowden en de memoires van de Navy Seals beschrijven juist hoe de operatie in maart en april wordt geoefend in de VS. De compound van Bin Laden wordt nagebouwd op geheime locaties in North Carolina en later in Nevada, niet op vliegbasis Bagram.

Pas kort voor de missie vertrekken de special forces naar hun basis in Jalalabad, een Afghaanse stad vlak bij de Paki­staanse grens. In de memoires van de Navy Seals staat dat ze alleen een tussenstop maken op vliegbasis Bagram – juist om geheimhouding te verzekeren. ‘Als we hier een tijdje bleven, zou het moeilijk worden om de operatie geheim te houden’, schrijft Navy Seal Mark Owen in No Easy Day.

Als De Wijk daarmee wordt geconfronteerd, blijft hij bij zijn verhaal dat er op vliegbasis Bagram is geoefend: ‘Dat kunt u overigens zo nalezen op Wikipedia.’

In een chatbericht stuurt De Wijk vervolgens een zin van Wikipedia die inderdaad stelt dat ‘McRaven en de Seals’ naar vliegbasis Bagram vertrokken om daar te oefenen op een replica van Bin Ladens compound. Die zin is gebaseerd op een artikel uit de National Journal van 3 mei 2011, meteen na de bestorming. ‘Wiki is conform met wat ik heb gehoord’, aldus de hoogleraar, die dan al heeft uitgelegd dat hij voor zijn interview met de VPRO op Wikipedia heeft gekeken. ‘Ik heb het zo verteld dat alles te checken is in Wikipedia, want ik denk: dat zullen die journalisten dan wel weer gaan doen.’

Later mailt De Wijk dat de luchthaven mogelijk ‘een back-­uplocatie’ was voor ‘back-upteams’. Dat past volgens hem bij ‘de complexiteit van speciale, covert operaties’. ‘De eerste voorbereidingen kunnen op verschillende plekken plaatsvinden.’

De Wijk wil de Volkskrant niet in contact brengen met de generaal die hem in Warschau debriefte of met andere mensen die zijn verhaal – eventueel op basis van anonimiteit – kunnen bevestigen. ‘Ik ben niet gerechtigd om in details te treden en namen te geven van het SOF-team ­(Special Operation Forces, red.) waarmee ik daar was.’

Uit geen van de boeken blijkt iets van een derde nagebouwde compound op vliegbasis Bagram. Bergen noemt die bewering ‘nonsens’.

Vaststaat dat De Wijk in februari 2011 in Afghanistan was, zo blijkt uit een uitzending van EénVandaag van 16 februari, waarvoor De Wijk zelf videobeelden leverde. Hij was daar volgens het actualiteitenprogramma samen met ‘internationale veiligheidsexperts’. Mogelijk heeft De Wijk daar tijdens een bezoek aan special forces ook in algemene zin over de jacht op Bin Laden gesproken, zegt Peter Bergen, ‘want dat was al tien jaar een gespreksonderwerp’.

‘Maar dat is iets totaal anders dan informatie krijgen over Bin Ladens verblijfplaats. Waarom zouden ze dat delen met iemand buiten de CIA of JSOC?’, zegt Bergen. ‘Het antwoord is: dat hebben ze niet gedaan.’

Bergens conclusie over De Wijks belangrijkste bewering dat hij als een van de weinigen wist waar Bin Laden in Pakistan zat? ‘Voor zover ik het kan beoordelen, lijkt me dat een totale fantasie.’

REACTIE ROB DE WIJK

Dat de Volkskrant pogingen heeft willen doen om te verifiëren wat ik in 2011 in Afghanistan heb gehoord, respecteer ik. ­Onderschat wordt echter de moeilijkheid hiervan. Bovendien worden feiten verhaspeld. Onderschat wordt bijvoorbeeld dat verschil zit tussen een officiële lezing en officieuze mede­delingen. On the record en off the record. De gesprekken die ik heb bijgewoond waren geheim.

Verhaspeld wordt wat ik begin 2011 in Afghanistan heb gehoord met de latere operatie tegen Bin Laden die in de VS werd voorbereid en (pas) in mei 2011 plaatsvond. Dat kritisch wordt gekeken naar wat ik publiekelijk verklaar, vind ik logisch. De manier waarop hier twijfel wordt gezaaid over mijn geloofwaardigheid vind ik daarentegen ongegrond en ongepast.

Afbeelding van Nelson Mandela.

ROB DE WIJK EN NELSON MANDELA

Rob de Wijk laat zich in interviews vaak ontvallen dat hij contacten heeft op het allerhoogste niveau. ‘Natuurlijk zitten daar heel veel presidenten en ministers tussen’, zegt hij daarover in een interview met de Volkskrant in 2022. Als voorbeeld geeft hij Nelson Mandela. ‘Dorien (De Wijks partner, red.) vond het bijzonder dat ik Nelson Mandela ontmoette, maar in de drie dagen dat ik naast hem heb gezeten, vond ik het totaal geen boeiende man.’

De enige vindbare link tussen Mandela en De Wijk is de Kosovo, South Africa and Humanitarian Intervention-conferentie in augustus 2000 in Johannesburg.

Volgens organisator Elizabeth Sidiropoulos van het South African Institute of International Affairs zaten de twee mannen zeker niet drie dagen naast elkaar. ‘Madiba (erenaam van Mandela, red.) gaf alleen een toespraak de avond voordat de sessies begonnen’, schrijft Sidiropoulos in een mail. Mandela kwam volgens haar binnen via de achteringang, tekende het gastenboek in de bestuurskamer, gaf zijn speech en verdween daarna weer door de achteringang. Hij zat op het podium, terwijl de andere genodigden in de zaal zaten. ‘Ik kan niet zeggen of er op enig moment enig contact is geweest tussen Madiba en Rob de Wijk.’

‘Mensen lopen in en uit op zo’n conferentie’, zegt De Wijk in een reactie. ‘Oké, ik heb niet drie dagen naast Mandela gezeten. Ook goed.’ Hoe hij dan kon beoordelen dat Mandela ­totaal geen boeiende man was, maakt hij niet duidelijk.

Afbeelding van eenTruck met Tasliban

Beeld Thomke Meyer

ROB DE WIJK WERD BIJNA ONTVOERD, IN 2002 OF 2012

De hoogleraar vertelt in 2022 aan de Volkskrant dat hij ‘zo’n tien jaar geleden’ in Afghanistan is ontsnapt aan een ontvoering. ‘De Taliban probeerden me te kidnappen omdat ik in een denktank zat van de tegenpartij.’ In het interview met de VPRO een jaar later geeft hij een ­andere tijdsaanduiding: ‘Zahir Shah, de koning, leefde toen nog en was ook net terug.’ In dat geval vond de bijna-kidnapping zo’n twintig jaar geleden plaats, want Shah keerde in april 2002 terug.

Tegen de VPRO vertelt De Wijk hoe hij bij het mausoleum van de laatste koning in Kabul werd belaagd door ‘bebaarde mannen met kalasjni­kovs achter in een Toyota pick-up’. ‘De bekende beelden.’

Volgens Habib Zahori, een ervaren journalist die ook jarenlang buitenlanders begeleidde in Afghanistan, doet die scène eerder denken aan ‘een Hollywoodfilm’ dan aan de werkelijkheid. Bij ontvoeringen werd juist gebruikgemaakt van onopvallende busjes en het mausoleum was bovendien een veilige plek waar volgens Zahori ‘nooit kidnappings hebben plaatsgevonden’.

De journalist moet lachen als hij hoort dat De Wijk bijna werd ontvoerd omdat hij lid was van de verkeerde denktank. ‘99 procent van de ­Afghanen weet niet wat een denktank is.’

Als De Wijk uiteindelijk laat weten dat de bijna-­kidnapping niet in 2012, maar in 2002 plaatsvond, is Zahori beslist: het verhaal kan niet kloppen. ‘In de periode dat de Shah terugkeerde, konden de Taliban zich in Kabul niet ­vertonen als Taliban. Ze waren net verjaagd. ­Iedereen die werd aangezien voor Taliban werd door de Noordelijke Alliantie geëxecuteerd. De stad was vrijer en veiliger dan ooit in mijn leven.’

Hoe kon De Wijk in 2002 dan in Kabul door een pick-up vol bebaarde Taliban-strijders met kalasjnikovs worden aangevallen? Zahori: ‘Dat is bullshit.’

PARTNERS VAN DE WIJKS DENKTANK HCSS GEWIST

De denktank waar De Wijk aandeelhouder is, HCSS, pronkt de afgelopen jaren met een indrukwekkend bestand van cliënten en partners: bedrijven als Siemens, Damen, IBM, Eneco en Tasman Metals worden op de site opgevoerd, net als instituten als de Navo en Europol.

Die imposante namen verdwijnen als de Volkskrant in mei een artikel over de ondoorzichtige bedrijfsvoering van HCSS publiceert. Binnen enkele weken worden de namen van ruim dertig ‘cliënten en partners’ gewist.

Uit het overzicht van geldstromen dat HCSS als gevolg van het Volkskrant-artikel publiceert, blijkt dat de overheid veruit de belangrijkste klant is van de denktank. De grote namen die eerder nog op de site stonden, komen niet in het overzicht voor.

Het managementteam van HCSS, dat eerder voor de overheid ook onderzoek deed naar desinformatie, staat pal achter De Wijks verhaal over zijn kennis van Bin Ladens schuilplaats. ‘Wij hebben geen enkele reden te twijfelen aan zijn expertise en integriteit’, aldus Paul Sinning

 


No comments:

Post a Comment