Monday, January 22, 2018

701 It's the mossad, stupid!

De afluisteraars van de afluisteraars


Foto: Jeffrey Macmillan/Washington Post/Getty


Spionage wordt meer en meer uitbesteed aan marktpartijen. Dat is ‘bloedlink’, stellen deskundigen.
Afluisteren, inbreken, onderscheppen. Laat het maar aan de Israëli’s over.
Al jaren zijn technologiemultinationals als Verint, Narus en Elbit prominent aanwezig op de spionagemarkt. Ze verkopen soft- en hardware waarmee bedrijven en overheden hun werknemers en burgers kunnen screenen. Steden als Haifa en Tel Aviv zijn de kraamkamers, en de oprichters hebben historische banden met de geheime dienst Mossad of met het Israëlische leger, van oudsher een kweekvijver voor hightech intelligence. Neem bijvoorbeeld ‘Unit 8200’, waarvan alleen de naam al complottheorieën zou kunnen voeden. Het is een speciale eenheid van militaire nerds die wordt geleid door een generaal van wie de identiteit onbekend blijft. Het is de Israëlische tegenhanger van de National Security Agency, de Amerikaanse spionagedienst waarover Edward Snowden onlangs uit de school klapte.
De roots van Benjamin Levin liggen ook bij deze illustere eenheid. Samen met zes andere oud-medewerkers van Unit 8200 richtte Levin in 1986 het bedrijf NICE Systems op. Dat groeide in de daaropvolgende decennia uit tot de marktleider op het gebied van het ‘onderscheppen, verwerken en analyseren van communicatie’, met wereldwijd politie-, veiligheids- en inlichtingendiensten als klanten. Alle producten van de multinational beginnen met het woord ‘nice’. Zo is er Nice Perform, waarmee opnames kunnen worden geanalyseerd op woordgebruik, emoties en spraakpatronen. Met Nice Universe krijgt de klant alle ‘essentiële details’ uit ‘email-, voice-, chat- en screen-activities’. En dan zijn er nog Nice Log (‘audio compression technology that performs continuous recordings of up to thousands of analog and digital telephone lines and radio channels’) en Nice VoIP, waarmee de gebruiker kan snuffelen (‘sniffing’) aan internet- en telefoonverkeer. Sinds maart 2011 heeft NICE ook een vestiging in Nederland; toen namen de Israëli’s het in aftappen gespecialiseerde Alkmaarse bedrijf CyberTech over voor een kleine zestig miljoen dollar.
Naar de kabel
Tot de klanten van NICE behoren sinds kort ook de Nederlandse Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD). Hoewel deze organisaties elkaar van oudsher niet per se een warm hart toedragen, werken ze tegenwoordig samen op het gebied van Signals Intelligence (SIGINT), de chique internationale term voor afluisteren. Dat doen de diensten onder de naam National Signal Intelligence Organisation (NSO), een club die onder meer verantwoordelijk is voor de Grote Oren, de schotelinstallatie in het Friese Burum waar continu internationaal satellietverkeer wordt onderschept.
Burum, Friesland: de ‘Grote Oren’ die continu satellietverkeer afluisteren. Foto: Reyer Boxem/HH
Maar communicatie via satellieten neemt snel af. Wie tegenwoordig met zijn – potentiële – vijanden wil meeluisteren en -kijken moet de kabel in. Om het dataverkeer tussen computers en andere digitale apparaten succesvol te kunnen aftappen, hebben de AIVD en MIVD de handen opnieuw ineengeslagen om te kunnen spioneren. Symbolon heet de gezamenlijke cyber-sigint-eenheid die volgens de planning begin volgend jaar operationeel is en waar een bedrag van 17 miljoen euro in wordt gestoken.
Daar gaat het Israëlische NICE Systems bij helpen. Dat beweert althans Ronald van Raak, Tweede Kamerlid voor de Socialistische Partij. Van Raak vroeg onlangs aan minister Plasterk van Binnenlandse Zaken (verantwoordelijk voor de AIVD) waarom het afluisteren van gevoelige informatie wordt uitbesteed aan een commercieel bedrijf dat nauwe banden heeft met de Israëlische geheime dienst. In zijn antwoord hield de bewindsman zich op de vlakte. We hebben niet veel keus, leek Plasterk te zeggen, want ‘het aantal potentiële leveranciers voor het Sigint-platform is beperkt’. Maar volgens de minister zijn de nodige maatregelen genomen om ‘veiligheid, integriteit en vertrouwelijkheid van de informatie te waarborgen’.

‘Er kunnen bij de “contractor” belangen spelen die je niet kent’
Advertentie
Overigens bevestigde noch ontkende Plasterk de samenwerking met NICE Systems. Het bedrijf laat op vragen van Vrij Nederland weten geen mededelingen te doen over haar klanten. De voorlichter van het ministerie van Defensie kan ook geen uitkomst bieden. ‘We doen geen mededelingen over afspraken met derden,’ is de korte boodschap. Feit is dat NICE Systems onder het kopje ‘Defensie’ wel degelijk voorkomt in een lijst van overheidsaanbestedingen.
Kalasjnikov
Verhuld of niet, een dergelijke samenwerking klinkt eigenlijk wel logisch. Het leger bouwt immers ook niet zijn eigen tanks. Toch moet SP’er Van Raak niets van die logica hebben. ‘Het gaat om informatie waar je zelf geen controle over hebt. Dat is bij een tank of een Kalasjnikov toch heel anders. Het is voor onze eigen veiligheid heel gevaarlijk om met private partijen in zee te gaan. Er kunnen bij de contractor politieke en commerciële belangen spelen die je niet kent. Je moet zelf de expertise als overheid in huis halen om de veiligheid van de burger en het land te kunnen garanderen. Veiligheid moet je niet uitbesteden.’
Van Raak krijgt bijval uit wetenschappelijke hoek. ‘Het is bloedlink, omdat je als staat een deel van de regie uit handen geeft. Je hebt geen zicht, geen democratische controle op de wijze waarop de bedrijven werken,’ zegt Bob Hoogenboom, hoogleraar Forensic Business Studies aan Nyenrode. Hoogenboom deed eerder onderzoek naar de publiek-private samenwerking in de veiligheidsindustrie. ‘Intelligence is de laatste loot. Binnen de opsporing zie je het al langer. Grey policing wordt het genoemd. Ik citeer graag de Zuid-Afrikaanse criminoloog Clifford Shearing die zei: “Er is niets wat de politie doet, wat ook niet gebeurt door semipublieke en private organisaties.” Dat gebeurt nu ook in de context van de inlichtingenwereld. Grey intelligence dus.’
Dat spionagediensten met de markt in zee gaan, is onvermijdelijk, meent historicus Constant Hijzen. ‘Er zijn natuurlijk private partijen die over betere techniek beschikken dan de AIVD en MIVD.’ Hijzen is promovendus aan de Universiteit Leiden en doet onderzoek naar de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Hij vermoedt dat de overheid bij dergelijke contracten zo voorzichtig mogelijk te werk zal gaan. ‘Als diensten daar gebruik van maken wordt dat uiteraard geclassificeerd en binnenskamers gehouden.’ Maar ook de historicus ziet het gevaar. ‘Wie garandeert je dat er in de producten die je aanschaft niet een achterdeurtje zit, waardoor anderen kunnen meekijken en -luisteren? Dat maakt het wel tot een probleem.’

We moeten wel, is het verhaal van de NSA

De mogelijkheid dat een leverancier ongevraagd meekijkt, werd tien jaar geleden al geopperd. De Nederlandse spionagediensten hadden bij de Israëlisch fabrikant Comverse tapkamers gekocht. In een reportage van de EO beweerden een politieman en een AIVD’er dat die afluistercentrales ‘lek’ waren en de Mossad ook meeluisterde. Hoewel de beweringen nooit officieel zijn bewezen, is het gebruik van de Israëlische techniek sindsdien omstreden.
Eisenhower
Op welke schaal de AIVD en de MIVD samenwerken met private partijen, is onbekend. Maar het is een tendens, zeggen critici. Ze wijzen daarbij naar de VS als voorland. Daar werken inmiddels duizenden bedrijven voor de zestien Amerikaanse inlichtingendiensten. Ze zijn veelal gevestigd aan de snelweg die Washington omringt en worden daarom ook wel de Beltway Bandits genoemd. De rest van de federale overheid mag dan inkrimpen, de groei van de inlichtingendiensten lijkt schier oneindig. Hun totale budget wordt geschat op 80 miljard dollar, waarvan 56 miljard – 70 – vloeit naar commerciële bedrijven.
In zijn boek Spies for Hire beschrijft onderzoeksjournalist Tim Shorrock de uitbesteding van de inlichtingendiensten. Volgens hem maakte de NSA, de grootste inlichtingendienst, in 2001 gebruik van 144 private partijen. Dat waren er 5400 in 2006. Het fenomeen van publiek-private samenwerking in de branche levert een eigen terminologie op. Het wordt wel de ‘intelligence-industrial complex’ genoemd, naar analogie van het ‘military-industrial complex’ waarvoor president Eisenhower in 1961 waarschuwde. Michael Hayden, oud-hoofd van de NSA en de man die met name verantwoordelijk was voor de privatisering van inlichtingentaken, noemde het zelfs zonder enige zweem van ironie ‘Digital Blackwater’ (een verwijzing naar het commerciële beveiligingsbedrijf dat een dubieuze rol speelde in onder meer de bezetting van Irak).
We moeten wel, is het verhaal van de NSA. De dienst zegt essentiële zaken als het aftappen van telefoongegevens en internetverkeer of de analyse daarvan (‘datamining’) niet meer alleen te kunnen behappen. In plaats van zelf techniek en kennis te ontwikkelen werd het motto: ‘We can’t spy… If we can’t buy.’ Uitbesteding zou sneller, efficiënter en goedkoper zijn.
Dat is de vraag. Goedkoper is het zeker niet. Volgens een rapport van de inlichtingencommissie van de Senaat kost een NSA-werknemer in dienst van de overheid 126.500 dollar. Werkt de man voor een contractor dan kost hij de staat 250.000 dollar. Ook de beoogde efficiency lijkt niet gegarandeerd. Lang voor Edward Snowden zijn onthullingen deed, hadden vier andere NSA-klokkenluiders een boekje open gedaan over het programma Trailblazer. Dat was voor zes miljard dollar ontwikkeld door een consortium van commerciële bedrijven en zou ‘een revolutie’ veroorzaken bij het verzamelen van dataverkeer, maar bleek broddelwerk. Inmiddels is Trailblazer ter ziele. Eerder hadden NSA-medewerkers zelf een eigen programma ontwikkeld – ThinThread – voor het luttele bedrag van drie miljoen dollar. Maar omdat het concurreerde met Trailblazer zette de NSA-directie de ontwikkeling stop.

‘De politie gaat toch ook niet zelf een auto bouwen?’

James Bamford, schrijver van diverse boeken over de NSA, tekende ooit een ironische anekdote op over de privaat-publieke samenwerking bij spionage. Een NSA-medewerker speelde software door naar de Israëlische geheime dienst, die het op haar beurt bij Israëlische commerciële bedrijven neerlegde. Als tegenprestatie dienden deze ondernemingen hun vergaarde militaire, economische en diplomatieke kennis met de geheime dienst te delen.
Tegenstrijdige belangen
Hoe delicaat ingehuurde spionnen zijn, blijkt wellicht het beste uit de Snowden-casus. De klokkenluider werkte immers niet direct voor de NSA, maar voor de contractor Booz Allen Hamilton, een van de grootste en meest winstgevende technologiebedrijven. Booz Allen heeft in feite slechts een cliënt: de overheid. Het bedrijf heeft nauwe banden met de NSA. Daardoor ontstaat het draaideurprobleem: veel oud-medewerkers van de NSA werken voor Booz Allen en vice versa.
Neem bijvoorbeeld Mike McConnell, in de jaren negentig hoofd van de NSA. McConnell stapte daarna over naar Booz Allen, werd vervolgens door president George W. Bush benoemd als Director of National Intelligence (DNI) en is nu weer terug bij Booz Allen. Of kijk naar James Clapper, de opvolger van McConnell als DNI en ook afkomstig van dezelfde technologiegigant. Dergelijke persoonlijke relaties maken het nog moeilijker om de kluwen van privaat-publiek in de inlichtingenbranche te ontrafelen. ‘Toch zou het moeten gebeuren,’ vindt Tim Shorrock. ‘Het is een relatie van tegenstrijdige belangen. Juist omdat het product geen vliegtuig is maar het gaat om geheime informatie is er geen enkele controle op. Dianne Feinstein, de voorzitter van de inlichtingencommissie van de Senaat, was “geschokt” over het hoge percentage contractors. Het is bizar dat ze daar niet van op de hoogte is.’
George Bush en Mike McConnel. Foto: Jim Young/Reuters
Shorrock is niet de enige die een ‘nationalisering’ van de inlichtingendiensten voorstaat. Voormalig
hoofd van de CIA Leon Panetta zei in een interview dat de CIA te afhankelijk was geworden van contractors. Hij is bezorgd over het uitbesteden van CIA-taken aan commerciële bedrijven wiens verantwoordelijkheid ligt ‘bij de aandeelhouders en dat is een intrinsiek conflict’. Niet dat die aandeelhouders iets weten van deals met inlichtingendiensten: de contracten hoeven niet te worden gemeld bij de SEC, de Amerikaanse beurstoezichthouder.
Toch vreest Shorrock dat de vercommercialisering van spionage niet meer is tegen te houden. ‘het is hier geen politieke discussie,’ zegt de Amerikaanse deskundige. ‘Na de onthullingen van Snowden is er slechts één hoorzitting geweest en die ging over security clearances (toegang tot geheime informatie, red.) en waarom zoveel contractors zoals Snowden een dergelijke toegang hebben. Maar dan heb je het over een symptoom en niet over het onderliggende probleem.’
Tijdens diezelfde hoorzitting bleek hoe ver de uitbesteding van spionagediensten eigenlijk gaat: de veiligheidsonderzoeken bij de clearances worden ook door commerciële bedrijven gedaan. Het maakt cyber security tot de nieuwste groeimarkt. In de begroting voor volgend jaar vraagt het Pentagon om 4,7 miljard dollar voor ‘cyberspace operations’, een miljard meer dan het in 2013 kreeg.
Zo’n vaart zal het in Nederland niet lopen, meent Ronald Prins. ‘Ik heb het idee dat de Amerikanen veel verder gaan. Zo’n Booz Allen-medewerker die werkt in de tapkamer is bij de Nederlandse diensten onbestaanbaar.’ De oprichter en mededirecteur van het Delfse security bedrijf Fox-IT heeft de overheid als opdrachtgever, onder meer voor de versleuteling van staatsgeheimen. Prins zelf werkte ooit bij de Binnenlandse Veiligheidsdienst, de voorganger van de AIVD. Hij begrijpt heel goed dat de Nederlandse diensten in zee gaan met marktpartijen. ‘Je zult wel moeten. Als het om aftappen gaat, ga je dat niet zelf ontwikkelen. De politie gaat toch ook niet zelf een auto bouwen? De vraag is of je met Israëli’s in zee moet gaan. Maar goed, blijkbaar zijn hun producten erg gewild. Het is vooral zaak om het procedureel goed te regelen, dan hoeft er geen risico meer te zijn vanuit het leverende land. Onze ervaring met buitenlandse klanten is dat je niet eens in het pand mag komen waar je eigen spullen staan. Je mag ze laten zien hoe het werkt op een andere plek. Daarna wordt het overgenomen door eigen mensen.’

Het klinkt geruststellend, maar de vraag is of daarmee ook de twijfel is weggenomen bij Nyenrode-hoogleraar Bob Hoogenboom. ‘Aan het einde van de dag gaat het om begrippen als rechtsstaat, democratie, verantwoording, countability, checks and balances.’

No comments:

Post a Comment