Deze blog toont aan dat het ICC er criminele manieren op na houdt. Het is een lange lijst. U hoeft niet alle 15 pagina's te lezen om van de intense boosaardigheid van deze hoge 'Rechtbank' overtuigd te raken. Chris Black is niet de enige die dit signaleerde, maar hij geeft wel een zeer overtuigend relaas van zijn eigen ervaringen als advocaat van een verdachte bij het ICC.
Door: Christopher Black.
Global Research, 19 oktober 2014.
De aanklacht
van de Navo tegen Muammar Gadaffi door het Internationaal Strafhof (ICC)
tijdens de NAVO aanval op Libië in 2011 lijkt precies op de aanklacht tegen
president Milosevic door het Internationaal Straftribunaal voor het voormalige
Joegoslavië ( Het Yugoslavië Tibunaal, ofwel YT), tijdens de NAVO aanval op
Joegoslavië in 1999. Beide mannen verloren het leven als direct gevolg daaarvan.
De aanklachten tegen deze twee
mannen hadden maar één doel: propaganda die
dient om de agressie van de NAVO te rechtvaardigen. Propaganda die moet
rechtvaardigen dat onwillige regeringen uit de weg worden geruimd.
Het
internationaal strafrecht machine is uitgegroeid tot een wapen van totale
oorlog, niet gebruikt om de criminelen die deze oorlogen voeren vervolgen, maar
om de leiders van de landen die zich verzetten te vervolgen.
Milosevic en
Gaddafi zijn niet de enige slachtoffers van deze tot crimineel geworden internationale juridische structuur. De lijst
is lang:
President
Saddam Hussein van Irak,
President
Charles Taylor van Liberia,
Minister-president
Jean Kambanda van Rwanda,
President
Laurent Gbagbo van Ivoorkust,
President
Bashir van Sudan en
President
Uhuru Kenyatta van Kenia.
De
aanklachten tegen hen lijken geloofwaardig, maar zijn geheel verzonnen. Onlangs
was er sprake in de westerse pers van aanklachten tegen president Poetin. We
zien hoe absurd en surrealistisch het spel is geworden.
De
structurele rol die deze tribunalen hebben gespeeld in de poging van de VS en
hun NAVO-bondgenoten om een Nieuwe Wereld Orde te creëren is geanalyseerd en
beschreven door vooraanstaande juristen en schrijvers over de hele wereld.
Aangezien ik advocaat ben, wil ik bijdragen aan uw begrip van de misdadige aard
van deze ‘internationale rechtvaardigheid’ producerende instantie door met U te
delen wat ik heb meegemaakt bij het verdedigen van een politieke gevangene die
in hun macht was. Ik zou U kunnen vertellen over de schandalige praktijken van
het Joegoslavië-tribunaal in het proces tegen Milosevic waarbij ik betrokken was
via zijn internationale ‘verdedigers –committee’, maar deze praktijken zijn
goed bekend en werden al beschreven door
een aantal vooraanstaande personen en schrijvers.
Er zijn vele
slachtoffers van deze tribunalen, maar ik zal me richten op dit ene specifieke
geval, want geldt als een voorbeeld van hoe het in veel andere gevallen ook
gaat.
Echter, de misdadigheid was zo diep en zo
uitgebreid dat, toen ik dit verhaal eenmaal begon te schrijven, ik me realiseerde
een heel boek nodig te hebben om het allemaal te vertellen.
Dus besloot
ik om in de beperkte tijd die we hebben
U te voorzien van een schets van hoe deze rechtszaken werken.
Ik zal dus praten
over het Rwanda-tribunaal, want het is het meest bekend voor mij en ook omdat
de oorlog in Rwanda keer op keer wordt gebruikt door de Verenigde Staten in
zijn propaganda om zijn zogenaamde interventie-oorlogen te rechtvaardigen. De
VS beweert dat het geweld dat in Rwanda plaatsvond in 1994 niet zou zijn
gebeurd als Amerika (en andere landen) in actie waren gekomen, in plaats van te
kijken en niets te doen.
Maar nu, na 15 jaar van studies
en onderzoeken, weten we dat Amerika en
haar bondgenoten rechtstreeks hebben
ingegrepen.
Zij waren
het die die oorlog controleerden en zij waren het die het geweld van een
ongekende omvang en wreedheid ontketenden, gewoon om een regime omver ter werpen dat een
belemmering vormde voor het verwerven van nog meer rijkdommen in de Congo. Hun
krachten (de legers van Kagame, de vriend van Amerika, nvdr.) , zo weten we nu,
deden het grootste deel van de moordpartijen ( 6 miljoen doden,nvdr) en de leugen van Bill Clinton dat de VS niet
betrokken was is een van de grootste leugens in de geschiedenis. Boutros-Ghali ( secr. Gen. Van de VN) heeft
dit ook zelf tegen de Canadese schrijver
Robin Philpot gezegd: "De Amerikanen zijn 100% verantwoordelijk
zijn voor wat er is gebeurd in Rwanda." ( Google: Robin Philpot Rwanda )
( Google: vimeo
bbc rwanda's untold story ) ( Google: Who was behind the 1994 Rwanda genocide?
) ( Google: A people betrayed. The role of the West in Rwanda’s genocide.)
De grote
leugen van Clinton is geaccepteerd en wordt als waarheid beschouwd vanwege de
propaganda campagne die daarmee gepaard ging in de media en de sleutel tot die
propaganda campagne zijn de showprocessen bij het Rwanda-tribunaal, die zijn opgezet en betaald door dezelfde NAVO-landen
en bedrijven en aan Soros verbonden NGO’s die ook de controle hadden over de Joegoslavië- , Sierra Leone- en Hariri- tribunalen.
In januari
2000 werd generaal Augustin Ndidiliyimana, de voormalige stafchef van de
Rwandese gendarmerie en de hoogste Rwandese militaire officier in 1994, gearresteerd in België op basis van een
aanklacht uitgegeven door Carla Del Ponte, destijds de aanklager van het
Internationaal Straftribunaal voor Rwanda, het ICTR. Hij vluchtte naar België
in juni 1994, na het ontvangen van bedreigingen op zijn leven. Zijn intocht in
België werd goedgekeurd door de toenmalige Belgische minister van Buitenlandse
Zaken, Willy Claeys, later secretaris-generaal van de NAVO, die toen verklaarde
dat de generaal het leven van veel Rwandezen gered had.
Het is met
deze arrestatie dat de criminaliteit begint te verschijnen. In de Belgische
pers werd destijds gespeculeerd dat de
arrestatie om politieke redenen was gedaan en inderdaad, 11 jaar later, is deze
speculatie juist gebleken toen de rechters hun oordeel uitspraken.
Zij
verklaarden, in het vonnis van 17 mei 2011 het volgende: Generaal
Ndindiliyimana werd beschouwd als een politiek "gematigde" tijdens de
Rwandese oorlog van 1990-1994, een Hutu die zowel door Tutsi's als Hutu’s werd
gerespecteerd en, zoals blijkt uit vele getuigenissen, ook van getuigen à
charge, zijn gendarmes hebben geen misdaden tegen burgers gepleegd maar probeerden
om hen te beschermen, waar ze konden.
Dus: waarom
werd hij gearresteerd?
Omdat hij
een potentiële leider van het land was, omdat hij weigerde mee te werken met het
RPF regime ( het Rwandees Patriottisch Front van de Tutsi Kagame) dat was geïnstalleerd door de Verenigde Staten
na de oorlog,
Omdat hij te
veel wist over wat er werkelijk gebeurd was in Rwanda en wist wie echt verantwoordelijk was voor het geweld,
Omdat hij
wist dat de VN en de Amerikaanse troepen direct betrokken waren bij het
beslissende RPF offensief van 1994 en de moord op president Habyarimana, ook al
ontkende Clinton dit.
Al deze
redenen speelden ongetwijfeld een rol bij zijn arrestatie, maar het werd snel duidelijk
dat de officier van justitie zijn arrestatie gebruikte om hem onder druk te
zetten zodat hij een valse getuigenis zou afleggen tegen kolonel Theoneste
Bagosora, de voormalige vice-minister van defensie in Rwanda die hun primaire
doel was, de "grote vis" die het Tribunaal wilde vangen.
Onmiddellijk
na zijn arrestatie begon men met criminele methoden tegen hem te gebruiken. Hij en zijn raadsman in Brussel hadden een ontmoeting met twee ICTR stafleden die hem mee
deelden dat de aanklacht slechts een formaliteit was om het ICTR rechtsmacht over
hem te verlenen. De echte reden voor zijn arrestatie was om hem mee te nemen naar
Arusha, Tanzania, standplaats van het ICTR, voor een ontmoeting met de officier
van justitie om geïnterviewd te worden over de gebeurtenissen in Rwanda. Het Reglement
van Orde vereist dat aan een verdachte bij zijn arrestatie de aanklacht tegen
hem wordt getoond. Hem werd niets
getoond. Toch is hij vrijwillig mee gegaan met de ICTR stafleden naar Tanzania, en werd daar onmiddellijk
in de gevangenis gegooid.
In juni 2000
nam Ndindiliyamana contact met mij op per brief en vroeg me om zijn raadsman te
zijn. Ik stemde toe en hij heeft mijn naam voorgelegd aan de registratie-beambten
om mij toegewezen te krijgen als
verdediger. Maar hun onmiddellijke reactie was om te proberen hem op andere
gedachten te brengen. Ze zeiden dat ik geen ervaring had, dat ik geen Frans zou
spreken. Beide beweringen zijn onjuist. Ze probeerden hem over te halen om de
raadsman te nemen die hun voorkeur genoot.
Dit gebeurde
veelvuldig bij het Joegoslavië-tribunaal
en het Rwanda tribunaal en is nu de norm in het ICC. Advocaten die te goed zijjn en bereid zijn om
alle feiten boven water te brengen en willen
dat gerechtigheid zal geschieden ook al moet hemel en aarde bewogen worden, die advocaten wordt op verschillende manieren verhinderd
om de beschuldigden te verdedigen. Men
geeft de voorkeur aan raadslieden die ofwel actieve dienaars van de westerse
machten zijn of die alleen voor de vorm
een verdediging voeren. De weinige sterke verdedigers die er zijn worden op
alle mogelijke manieren tegen gewerkt en zelfs in de gevangenis gegooid op verzonnen
beschuldigingen van de aanklagers van
het Tribunaal. Raadslieden worden geintimideerd,
zoals we onlangs zagen in het geval Bemba in het ICC. Toch hield Ndindiliyimana vol en ten slotte mocht ik om
hem te vertegenwoordigen en mocht ik hem later
die zomer ontmoeten.
Het eerste
wat je natuurlijk moet doen is om de aanklacht in handen te krijgen en zien waarvan
de client wordt beschuldigd. Dat bleek moeilijk te zijn. De aanklacht was niet een
eenvoudige beschuldiging. Het was, in plaats daarvan, 65 pagina propaganda waarin de massamedia- versie van de oorlog
werd herhaald, alles onjuist, allemaal bedoeld om de verdachte in de ogen van
de rechters zwart te maken, maar meer in het bijzonder bedoeld voor publieke
consumptie en persberichten die de aanklagers zouden uitgeven. Met andere
woorden het was pure propaganda en geschreven als zodanig. De andere verrassing
was dat hele lijnen, secties en zelfs hele pagina's van de aanklacht waren zwart
gemaakt, met inbegrip van de namen van medeverdachten.
Bij zijn
aankomst in Arusha werd de generaal niet onmiddellijk voorgeleid voor de rechter voor een ‘eerste
verschijning’, zoals vereist is volgens het ICTR Reglement. In plaats daarvan
werd hij in eenzame opsluiting gehouden voor bijna 4 maanden en maakte hij zijn
eerste verschijning voor de rechters van het tribunaal pas op 28 april van dat
jaar. De vertraging was een bewuste tactiek bedoeld om hem psychologisch te
verzwakken. Dezelfde tactiek werd gebruikt tegen andere gevangenen, een
voorbeeld hiervan is premier Jean Kambanda, die in plaats van te worden gedaagd
voor een rechter na zijn arrestatie werd meegenomen naar een locatie honderden
kilometers van het tribunaal, incommunicado gehouden voor negen maanden en die
elke dag bedreigd werd door twee Canadese politie officieren om hem misdaden te laten bekennen die hij niet had gepleegd.
Toen
Ndindiliyimana eindelijk voor de rechter werd gebracht, werd het ontbreken van een goede aanklacht opgevoerd
door de raadsman van dienst, die klaagde dat de verdachte werd gevraagd om te
pleiten tegen een document dat half leeg was. De rechter deed niets.
Bij mijn
aankomst bij het tribunaal, in juli 2000,kwam een Amerikaanse vrouw naar mij
toe in een hal van het tribunaal en vertelde me dat ze de leiding had van het staf
van Aanklagers en ze wilde met mij praten.
Ze vertelde
me dat ze niet alleen een advocaat was. Ze was ook een kolonel in de US Air
Force Reserves. Ze vroeg om mij de volgende dag te kunnen ontmoeten om eventueel
een deal te maken. Dat was vreemd gezien de aanklacht van genocide die tegen
mijn client was gedaan. ( Bij ernstige zaken als genocide wordt er nooit een
deal gemaakt. Nvdr.)
De volgende
dag liepen ongeveer 20 mensen de vergaderzaal binnen waar ik alleen zat. De
poging om mij te intimideren was duidelijk. De Amerikaanse kolonel maakte
verschillende voorstellen voor een deal als we konden afspreken om samen te
werken en dat de generaal zou getuigen bij de aanklacht van anderen.
Onze reactie was dat de beschuldigingen, voor
zover we ze konden lezen, vals waren, dat we zijn arrestatie en detentie niet
konden aanvaarden als een middel om hem te dwingen om valse getuigenis af te
leggen en we eisten een rechtszaak.
Even
terzijde, ik hoorde een aantal keren in besloten vergaderingen met de
VN-stafleden,ook van hogere functionarissen, dat iedereen bij het tribunaal
wist dat de generaal een goed mens was en niet schuldig aan enig feit, maar
dat, zoals een insider me vertelde, dit de manier is waarop de Amerikanen
"de zaak hier spelen", en ze waarschuwden me voorzichtig te zijn.
Op mijn
volgende reis naar Arusha, een paar maanden later, om een motie voor zijn
vrijlating te bepleiten, bleek dat hij was 'verdwenen' uit de gevangenis. De VN
en de Tanzaniaanse bewakers weigerden om me te vertellen waar hij was. Het kostte
een dag van ruzie met tegenwerkende ambtenaren om uit te vinden dat hij was
overgebracht naar een VN safe-house in
de stad Arusha. De reden daarvoor die men mij gaf was dat hij gevaar liep dat hem door andere gevangenen iets werd
aangedaan, maar in werkelijkheid was het om hem psychologisch geïsoleerd te
houden om hem te verzwakken, zodat hij
eerder zou meewerken, en om hem in diskrediet te brengen bij de andere
gevangenen door de indruk te wekken alsof hij
"een deal maakte. "
We eisten
dat hij terug zou gaan naar de VN-detentie-eenheid, maar al onze juridische
pogingen om dat te bereiken waren nutteloos, totdat ik het in de pers aan de
orde stelde. Om verder schandaal te vermijden werd hij twee dagel daarna terug
naar de VN-gevangenis geplaatst, waar hij al snel werd gekozen tot hoofd van de
‘commissie van gevangenen’.
In de 4 volgende
jaren zijn wij geconfronteerd constante tegenwerking als we probeerden om erachter te komen wat er gaande
was, wat de echte aanklacht was, wat ze zouden gaan doen en wanneer hij een
proces zou krijgen. Tijdens deze periode kwamen herhaaldelijk aanbiedingen van
de aanklagers, met inbegrip van het laten vallen van alle aanklachten, maar die
g=hebben we allemaal geweigerd; ons standpunt bleef steeds dat zijn arrestatie
en gevangenstraf waren gedaan om hem
onder druk te zetten zodat hij vals zou getuigen, en dat dit illegaal was en
immoreel en dat hij alleen zou meewerken als hij een vrij was.
Eisen voor
een snel proces werden met onverschilligheid afgewimpeld. We kregen geen
relevante openbaarmaking van de processtukken en zelfs aan het eind van het
proces bleek bij toeval dat duizenden documenten die ontlastend waren voor de
beschuldigde, door de Aanklagers verborgen waren gehouden. Dus, in feite kregen
we nooit inzage in de stukken en moesten we een verdediging voeren op basis van
wat we dachten dat de aanklacht zou zijn…. Om de problemen nog groter te maken werd
ons ook verboden om voldoende fact-finding reizen te maken en met getuigen te zoeken en te spreken om zodoende
onze verdediging op te bouwen.
Twee Ierse
advocaten ontdekten via sympathiserende contacten bij de beveiliging van het
kantoor van de VN dat onze telefoons en fax- lijnen werden afgeluisterd. We
hebben geleerd dat ten minste één collega advocaat een agent van de aanklager
was. Advocaten merkten dat ze werden gevolgd en dat in onze hotelkamers werd
ingebroken. Er werden pogingen gedaan om ons via vrouwen die voor de
Tanzaniaanse en Rwandese inlichtingendiensten werkten , te strikken. Geruchten
werden verspreid in de gevangenis van de VN om de raadsman zwart te maken bij hun
klanten.
In 2003 kwam
de Schotse advocaat Andrew McCarten die een
andere Rwandese beschuldigde verdedigde mij opzoeken in Toronto. Hij vertelde
me dat hij wist hoe de VS en de CIA het
tribunaal op elk niveau controleerden en dat hij vreesde voor zijn leven. Hij
was erg boos. Hij was kwam direct uit New York, waar had geprobeerd om een
ontmoeting met Bill Clinton te regelen, en was buiten gegooid. Hij vertelde me
de details van het Amerikaanse leger en de CIA penetratie van het tribunaal en
zei dat hij me documenten zou sturen van nog boosaardiger zaken. Het tribunaal
beschuldigde hem van financiële onregelmatigheden en schopte hem er uit. Twee
weken te laat was hij dood. De politie kon er niet achter komen waarom zijn
auto in Schotland van een kjlif was gereden. Hij was de bekendste en beste advocaat
van militaire kwesties in Schotland.
Kort daarna
werd ik , tijdens een bezoek aan Arusha, bezocht door een majoor van Amerikaanse leger (afdeling informatie),
vergezeld van een agent van de Veiligheidsdienst van het Amerikaanse Ministerie van BZ ( in het
engels: an intelligence
officer from the American State Department Research Intelligence Bureau)
die wilde weten wat onze strategie zou zijn op het proces was en wat standpunten van mijn cliënt waren met
betrekking tot de Afrikaanse politiek.
De advocaten
van de verdediging waren niet de enigen die met problemen werden geconfronteerd.
In 1997 gaf Louise Arbour opdracht tot een onderzoek naar het neerschieten van
het presidentiële vliegtuig, wat in feite een moord was op alle mensen aan
boord, met inbegrip van de Hutu-president van Rwanda, Habyarimana en de Hutu-president
van Burundi, Ntaryamira en de stafchef van het leger . De binnenvallende
Oegandese-RPF krachten en de Amerikanen beweerden dat Hutu
"extremisten" het vliegtuig hadden neergeschoten.
Een
Australische advocaat, Michael Hourigan, werd aangewezen om het onderzoek te
leiden en na onderzoek meldde hij aan Arbour dat zijn team had vastgesteld dat
het RPF van Kagame was die het vliegtuig had neergeschoten met de hulp van een
vreemde mogendheid ( Israel? nvdr.) en dat
de CIA er bij was betrokken. Hourigan verklaarde later in een beëdigde
verklaring dat Arbour enthousiast leek toen hij haar voor het eerst op de
hoogte stelde via de telefoon, maar toen hij werd opgeroepen naar Den Haag voor
een ontmoeting met haar, was haar houding totaal veranderd tot openlijke vijandigheid.
Hij kreeg het bevel om zijn bewijzen te overhandigen en werd van zijn taak ontheven.
Tot op vandaag
is dat onderzoek geheim gehouden en
niemand die in dat rapport is genoemd is
ooit aangeklaagd.
In januari
2004 organiseerde de advocaten van de verdediging een staking om te protesteren
tegen de politieke aard van de aanklachten en procesvoeringen, de slechte
arbeidsomstandigheden voor de verdediging, het fouilleren van de advocaten die hun
klanten gingen bezoeken, en als protest tegen de isolatie en de leefomstandigheden
van de gevangenen.
Een paar
weken na die staking werd de stakingsleider Jean Degli, een Congolese advocaat
gevestigd in Parijs en een uitstekende advocaat en een sterke leider van groep van
advocaten, beschuldigd van betrokkenheid
bij
een financieel schandaal. Hij werd gedwongen om de verdediging van een
hoge militaire officier op te geven, en hij moest zijn werk als advocaat bij
het Tribunaal opgeven.
Zodra hij was viel de groep van advocaten (
engels: defense lawyers’ association) uit elkaar en de groep heeft daarna geen
acties meer ondernomen.
Soms
verschenen er Britse en Amerikaanse advocaten in de gevangenis en zeiden dan
tegen enkele gevangenen dat ze waren benoemd tot hun advocaat. Maar de
gevangenen hadden niet om hen gevraagd, kenden
ze niet , wilden ze niet hebben en
raakten ervan overtuigd dat ze werden gestuurd door westerse
inlichtingendiensten om de uitkomst van de processen te sturen. De gevangenen maakten
een zwarte lijst van advocaten waarvan zij geloofden dat die voor de westerse
inlichtingendiensten werkten. Voor die gevallen die het tribunaal niet kon controleren door middel van een
bevriende advocaat probeerde men om een infiltrant bij de verdediging te
plaatsen om informatie door te geven en zo mogelijk de verdedigings tactiek en
strategie te beïnvloeden. We hebben verschillende malen mensen ontmaskerd die
als spionnen werkzaam waren voor de aanklagers.
Ze saboteerden
ons team door te proberen onze
hoofdonderzoeker in een val te lokken en te arresteren, een voormalige majoor
van de Rwandese politie, iemand die zeer nuttig voor ons was bij het vinden van
getuigen. Op de dag dat hij aankwam in Arusha, werd mij door een sympathieke
ambtenaar verklapt dat zij voornemens waren om de politieman te arresteren op aanklacht
van genocide en dat zijn werkprogramma was opgeschort en dat ik hem beter het
land uit kon loodsen. Dus moesten we hem snel Tanzania uit smokkelen, om zijn arrestatie of erger te voorkomen. De beschuldigingen
waren overduidelijk valse, omdat hij
door de VN-Veiligheidsraad en door Rwanda was gescreend voor hij werd
aangesteld als onze onderzoeker. Maar de tactiek van de aanklagers maakte onze
verdediging voor meer dan een jaar vleugellam en het lukte ons nooit meer om
zo’n goede onderzoeker te vinden met zoveel ervaring en contacten. Tot op heden
zijn onze verzoeken om te weten waarvan hij werd beschuldigd met stilzwijgen
beantwoord, maar het is vermeldenswaard dat na deze episode bij de Nederlandse
politie ging werken, nadat die een
complete security check deed van hem deed en vast stelde dat hij geen
betrokkenheid had bij de gebeurtenissen van 1994.
De druk liep
op toen de aanklagers het gerucht verspreidden dat ze van plan waren om de
vrouw van de generaal ook aan te klagen.
Bijna 5 jaar
na de arrestatievan de generaal begon het proces in september 2004. Tot onze complete
verrassing stond de aanklager, helemaal
aan het begin van het proces op en diende hij een gloednieuwe aanklacht in die tientallen nieuwe beschuldigingen bevatte, inclusief beschuldigingen van
massamoorden waarvan we nog nooit hadden gehoord en persoonlijke moorden die zouden
zijn gepleegd door de generaal zelf. De beschuldigingen waren van de ergste en
meest sensationele soort. Het was duidelijk dat ze waren bedoeld om de
beschuldigde in de ogen van de jury geheel zwart te maken vóór het proces op
gang kwam (men framede daarmee alles wat nog zou worden gezegd: als iemand zo
slecht is, zijn we geneigd alles over hem in een negatief licht te zien. Nvdr).
Zoals we zagen in het verdict werden vele van die aanklachten ingetrokken
zonder dat er ooit enig bewijs was aangevoerd.
Het was allemaal een
schijnvertoning. Wij protesteerden en eisten uitstel om de verdediging voor te
kunnen bereiden. Het werd geweigerd en we werden gedwongen door te gaan en moesten al
doende de verdediging voorbereiden. Op dat moment was ik alleen, zonder helper omdat
de ambtenaar dit weigerde toe te staan. De houding van rechter was vanaf de
eerste dag openlijk vijandig en ze weigerden om ons in staat stellen bepaalde
kwesties te bespreken, of om over getuigen van de tegenpartij te ondervragen
als we dat wilden. Ze kozen openlijk de kant van de openbare aanklagers en
leunden achterover en deden niets als de aanklagers weer uit barstten in
vicieuze persoonlijke aanvallen op de verdediging en de verdachte.
De getuigen
à charge waren voornamelijk Hutu gevangenen van de RPF (Kagame) die al 10 jaar
of langer vastgehouden werden zonder aanklacht, in verschrikkelijke
omstandigheden, velen waren gemarteld, geen van hun getuigenis stemde overeen
met de verklaringen zij hadden afgelegd voorafgaand aan het proces. Vaak hadden
ze iets gehoord via via. RPF officieren
werden niet opgeroepen om te getuigen.
Wel werden een paar getuigen opgeroepen
die propaganda bedreven voor de Rwandese overheid. Het enige bewijs dat ze
hadden kwam uit de mond van deze Hutu gevangenen en agenten van de regering.
Niettemin had
een aantal van hen de moed om te zeggen dat ze waren gedwongen om verklaringen
te ondertekenen en valselijk te getuigen in ruil voor vrijlating, voor gunsten
of om executie te voorkomen. We hoorden van deze getuigen dat het regime in de
gevangenissen scholen had opgericht om getuigen te recruteren en ze te trainen
in het afleggen van valse getuigenissen, en de rechters hoorden gedetailleerde verslagen
van hoe de getuigen werden geworven in deze gevangenissen, en dat personeel van
het tribunaal was betrokken bij dit schandaal. Wat het lot van deze gevangenen
was toen ze terugkeerden naar Rwanda weten we niet, maar het lot van degenen
die niet mee werken met het Rwandese regime is altijd onaangenaam en permanent.
Zelfs de
rechters, geselecteerd en voorbereid om vijandig ten opzichte van de
verdediging te zijn, begonnen zich langzaamaan ongemakkelijk te voelen bij wat ze hoorden en waren verontrust toen hen
bleek dat alle getuigenverklaringen pas waren gedaan nadat de generaal al was
gearresteerd.
De rechters
dreigde mij en een andere advocaat met arrestatie als we bleven ‘verboden
vragen‘ zouden blijven stellen, en er
waren dagelijkse boze confrontaties in de rechtbank tussen de rechters en
verdediging als we probeerden om de rechten van de verdachten te beschermen en
aangedrongen op een eerlijk proces. Gedurende het hele proces kwamen er feiten
boven tafeldie toonden dat de vijandelijke troepen massale wreedheden tegen
burgers hadden gepleegd, maar in plaats dat de rechters aan de aanklagers
vroegen waarom deze troepen niet werden aangeklaagd, probeerden ze ons het zwijgen op te leggen.
In 2005,
tijdens mijn kruisverhoor van een Belgische kolonel van het Leger met
betrekking tot wat bekend staat als de ‘Dallaire genocide fax’, kwamen we er
achter dat de vertalers teksten voorlazen van scripts die waren opgesteld door
de aanklagers in plaats van de werkelijke verklaring van de getuige te vertalen. We eisten een
onderzoek en wilden dat de aanklagers beschuldigd zouden worden. De rechters bleven er ijskoud onder en deden
helemaal niets.
Het was
tijdens dit kruisverhoor dat de ‘Dallaire fax’ een vervalsing bleek te zijn en dat
ze in de VN-archieven was gestopt door
een kolonel in het Britse leger. Maar de aanklagers waren zo in verlegenheid
gebracht door deze ontdekking dat de fax in geen van de processen van het Rwanda
Tribunaal nog ooit werd genoemd, hoewel de fax werd beschouwd als het
belangrijkste Aanklacht-document in ons proces.
In 2006
zorgde de Openbaar Aanklager er voor dat hogere rechters ( de Hoger Beroep
rechtbank ) de verbluffende verklaring aflegden dat "genocide" een
juridisch feit was in Rwanda, ondanks de duidelijke ontkenning door de
verdediging, en ondanks dat het
tegendeel was bewezen in de processen en ondanks het feit dat de primaire beschuldiging
aan alle gedaagden ‘genocide’was. In feite verklaarde de rechtbank dat de
verdediging de voornaamste aanklacht niet ontkennen.
( Ik vond
deze tekst erg lastig te vertalen. Daarom hier de engelse tekst: In 2006, the prosecution arranged to have the Appeal Chamber
make the astounding declaration that the “genocide” was a judicially noticed
fact despite the clear denial by the defence, despite the contrary evidence in
the trials and despite the fact that the primary charge all the accused faced
was genocide. In effect the tribunal stated the defence could not deny the
principal charge against them. )
Maar we
bleven onze verdediging gewoon verder voeren in weerwil van dit besluit en in
ons geval hielden de rechters op met ons dag na dag te bestrijden. Wij bleven
de feiten te presenteren.
In september
2006 heeft de bekende deskundige en aanklager dr Alison Des Forges een getuigenis afgelegd in
ons proces en ze had een deskundigen-rapport
voor dat doel gemaakt. Het probleem was dat uit dat rapport verklaringen
had weggelaten die zij in een eerder rapport had gemaakt over het feit dat
Ndindiliyimana een man was die tegen de genocide was en had geprobeerd om burgers te
beschermen. Toen ze in een kruisverhoor werd geconfronteerd met de vraag waarom ze had
geprobeerd om de rechters te misleiden weigerde ze om nog vragen te beantwoorden,
maar het was duidelijk uit de reactie van de aanklagers dat ze die ontlastende
verklaringen had verwijderd in een poging om de rechtspraak te bemoeilijken, en
dat deed op bevel van het openbaar ministerie. De rechters namen de zeldzame
stap dat de bijdragen van Dr. Des Forges
wegens dit bedrog werden geschrapt uit het eindoordeel van het proces.
In 2007
waren we getuige van alweer een bizarre scène waarin de rechters en aanklagers een
geheime vergadering hielden over de vraag hoe ze de ongewenste getuigenis van
een Tutsi prins, zoon van de laatste Tutsi koning, buiten het proces konden
houden. Prins Antoine Nyetera, een
bekende persoonlijkheid in Rwanda, getuigde
dat de RPF ( Kagame) alle doden op hun geweten haddeb en niet de overheid, en
dat hij er getuige van was. Ze waren niet blij met het feit dat een prominente Tutsi verklaarde
dat de massamedia versie van de
gebeurtenissen vals was en dat de RPF troepen die men weigerde aan te klagen, verantwoordelijk waren voor het grootste deel van de moorden.
Daarom besloten ze, in een geheime ontmoeting met de officieren van justitie,
aan te kondigen dat ze de getuigenis van de Prins uit de annalen zouden
schrappen. Toen alle advocaten bezwaar aantekenden, kwam er totaal geen
reactie. Om te verdoezelen wat ze hadden
gedaan werden de dagelijkse notulen voor die dag ook ‘aangepast’.
Notulen van
gesprekken werden vewranderd. We kregen voorlopige transcripties elke dag in de ochtend, maar als
we de definitieve versie kregen, waren bepaalde woorden of belangrijke zinnen
veranderd ten gunste van de aanklagers. Onze
klachten leverden niks op. We werden bewaakt door VN-security officers bij een
ontmoeting met getuigen in hotels. Dit werd redelijk openlijk gedaan en het doel was duidelijk om ons te intimideren.
In juli
2008, benaderde een hoge Amerikaanse ICTR official mij in een café in Arusha,
en vertelde me dat hij een CIA-officier was, en dat ze mensen hadden vermoord
die op het tribunaal te ver gingen, waaronder een Amerikaanse advocaat die was vergiftigd volgens hem omdat hij een waarschuwing
omtrent het onthullen van gevoelige informatie had genegeerd. Hij vertelde me dat als ik mijn verdedigingswerk
niet stoppen, dat ze mij dan ook zouden gaan vermoorden. Ik meldde dit bizarre
gesprek bij de president van de Rechtbank, de Noorse rechter Mose, maar opnieuw was ijskoude
onverschilligheid de enige reactie. Dit
was niet de eerste keer dat een dergelijke bedreiging was gemaakt. Een lid van
de Rwandese regering benaderde mij bij het begin van het proces na het bekijken
van mijn kruisverhoor van hun getuige en vertelde me dat als ik zou doorgaan ik
niet lang meer te leven zou hebben. Klachten bij de rechters en de VN
beveiliging leidden tot niets. De Tanzaniaanse geheime politie heeft mij meerdere
malen benaderd door de jaren heen en maakte soortgelijke opmerkingen en het is
zelfs nu nog niet gestopt. In juli van dit jaar kwam de Canadese geheime dienst
bij me langs in Toronto om me te vertellen dat ik op een Rwandese hitlijst
stond en vroeg me of ik van plan was om
actief te blijven in de Rwandese kwestie. Het leek me dat ze de techniek gebruikten
van me te waarschuwen voor een
bedreiging om op die manier een bedreiging te kunnen uiten, dus om mij bang te
maken.
In november
2005 verdween Juvenal Uwilingiyimana spoorloos. Hij was een voormalig
kabinetslid in Rwanda, die werd geïnterviewd door twee Canadese onderzoekers welke
werken voor Stephen Rapp, het hoofd van vervolgingen bij hetRwanda Tribunaal. Juvenal verdween toen hij naar deze
onderzoekers toe ging in Rijsel, Frankrijk. Dit waren dezelfde Canadezen die
premier Kambanda incommunicado had gehouden gedurenden 9 maanden om hem tot een valse bekentenis te
dwingen. Weken later werd Uwilingiyimana's lichaam gevonden in een kanaal in
Brussel, naakt, met zijn handen afgesneden. Kort voordat hij verdween schreef
hij een brief aan het Tribunaal waarin
staat dat Rapp en zijn mannen hem onder druk zetten om valse getuigenis af te
leggen en dat ze hadden gedreigd hem te
doden en zijn lichaam in stukken te snijden, tenzij hij zou meewerken. Ik en een andere advocaat brachten deze brief en de moord ter sprake in het
proces en eisten dat de hoofdverdachten van de moord, Stephen Rapp en de twee
Canadezen, zouden worden geschorst en gevangen
gezet in afwachting van een onderzoek. Er gebeurde niets. De Belgische politie
deed geen onderzoek en Rapp werd gepromoveerd tot de positie van de Amerikaanse
zwervende ambassadeur voor oorlogsmisdaden.
In 2008 trok
een getuige van de aanklagers zijn getuigenis is, en zei dat hij gedwongen was,
onder doodsbedreiging, om valse getuigenis af te leggen.
De
verdediging slaagde er in om de rechters te laten besluiten datr de getuige zou
worden ondervraagd over zijn intrekking van zijn valse beschuldiging. Hij werd meegenomen uit Rwanda naar een
VN-safe house in Arusha, maar de dag voordat hij zou getuigen is hij verdwenen
uit dat veilige huis en is nooit meer gezien. De VN kon niet uitleggen hoe hij
kon verdwijnen uit één van hun veilige huizen.
Een andere
getuige trok ook zijn verklaring in, maar in dit geval beschuldigde de aanklager mij er van hem te
hebben omgekocht.
Twee
onderzoeken hieromtrent concludeerden dat hij de waarheid sprak, onder andere over
een aanklager die meineed pleegde.
Op ongeveer
hetzelfde moment getuigde een RPF militaire inlichtingenofficier die het regime
was ontvlucht dat alle onderdelen van het tribunaal waren geïnfiltreerd door
westerse en RPF inlichtingenofficieren en dat de vertalers allemaal voor de Rwandese inlichtingendienst
werkten en dat de rechters werden gezien
als nuttig poppen.
We bemerkten
meerdere keren tijdens het proces dat Amerikaanse legerofficieren aanwezig
waren en dat hooggeplaatste leden van het Amerikaanse ministerie van Justitie samen
met de aanklagers zaten. Toen we erachter kwamen wie ze waren eisten we dat ze zouden
worden verwijderd en de rechters werden gedwongen ze inderdaad uit de
rechtszaal te verwijderen. Tijdens het korte kruisverhoor dat we mochten hebben
met General Dallaire, middels een videoverbinding vanuit het Canadese Defensie
hoofdkantoor in Ottawa, maakte de cameraman de fout dat hij uitzoomde van het
gezicht van de generaal en we waren geschokt om te zien dat 5 senior Canadese
leger officieren naast hem zaten, terwijl ons was verteld dat hij alleen in de
kamer was met de technicus en een ambtenaar van justitie. Toen we eisten om te
weten wie ze waren en wie hen had opgedragen om daar te zijn, weigerden ze te antwoorden en de rechters weigerden om hen
het bevel te geven om Dallaire alleen te laten.
In 2008 vond
ik verborgen in de dossiers van de aanklagers een brief van Paul Kagame,
gedateerd augustus 1994, waarin hij verwijst naar zijn en president Museveni's "Plan voor Zaïre," waarin hij
verklaarde dat de Hutu’s dat plan in de weg staan, maar dat, met de hulp van de
Amerikanen, Britten en Belgen, het plan zou doorgaan. Ik bracht deze brief de
volgende dag ter sprake in de rechtbank omdat die brief aangaf dat de oorlog in
Rwanda slechts de eerste fase was voor de grotere oorlog in de Congo, die waarschijnlijk
zelfs al in 1990 gepland was. De aanklagers beschuldigden mij direct van het vervalsen
van dit document, terwijl ze uit hun eigen dossiers kwam, en die nacht werd ik
openlijk gevolgd door een Tanzaniaanse politie detective. Ik werd gedwongen om de
rechters om bescherming te vragen de volgende dag. Ze bezweerden me dat ik met
rust gelaten zou worden.
In 2011 werd
Ndindiliiyimana veroordeeld , ondanks het overweldigende bewijs dat hij alles had
gedaan wat hij kon om levens te redden en om de vrede te herstellen in Rwanda
en dat hij onschuldig was aan alle aanklachten. Hij werd veroordeeld voor het
niet straffen van ondergeschikten voor twee vermeende misdaden maar hij werd vrijgesproken
voor alle serieuze aanklachten en men beval zijn vrijlating. De veroordelingen
waren absurd omdat en van de vermeende
incidenten nooit had plaatsgevonden en in het tweede incident zijn mannen niet betrokken
waren.
Toen de
Kamer voor Hoger Beroep deze veroordelingen op 7 februari 2014 ongeldig
verklaarde , hoorde ik van een insider dat de rechters vonden dat het nodig was
om hem te veroordelen voor iets ondanks zijn duidelijke onschuld, omdat ze bang
waren voor de Amerikanen als hij geheel zou worden vrijgesproken. Er werd ook
gespeculeerd door een aantal commentatoren dat zij hem had veroordeeld om zijn
lange illegale detentie te rechtvaardigen. Even terzijde, de dag nadat de
veroordeling werd aangekondigd, was ik verrast om een e-mail te ontvangen van
de Amerikaanse vrouw, de kolonel, die als eerste de zaak had behandeld in 2000 en ons destijds een
deal aanbood. Ze is nu een hoge ambtenaar in de US State Department. Ze
verklaarde dat ze boos was dat Ndindiliyimana was veroordeeld, dat de dingen
nooit bedoeld waren om zo ver te gaan en dat, indien ik ooit in Washington
langs zou komen ze me zou vertellen wat
er echt had gespeeld. Maar ik ben niet naar Washington gegaan.
Elk proces
heeft zijn eigen verhalen te vertellen. Elk heeft zijn eigen anatomie maar de
ziekte is dezelfde in alle gevallen. Het is een zeer deprimerend en donker
beeld. Het was een zeer bittere ervaring. Er is niet veel meer dat ik kan zeggen
behalve dat het mij toeschijnt dat het ‘internationaal recht’ die naam waardig
niet kan bestaan zonder een internationale orde die democratisch is; een wereldorde
waarin de soevereiniteit en gelijkheid van de naties fundamenteel is. De Wet en haar juridische structuren
weerspiegelen de sociale, economische en politieke betrekkingen van een
samenleving.
Om de
juridische structuur van het internationaal recht te hervormen, zodat het eerlijk,
onpartijdig en universeel is, moeten we eerst de economische en sociale verhoudingen waarop dit systeem is gebouwd, veranderen. Zo niet, dan zal de mensheid verder gaan op de
weg van reactie en oorlog. De lijst van slachtoffers van deze werkelijk
criminele tribunalen zal lang blijven en als het tot een wereldoorlog leidt
zullen we tot de slachtoffers behoren. Hoe moeten we dit oplossen? Dat laat ik aan u ..
Een heel droevig relaas! Nog droeviger dat ik me er in het geheel niet over verbaas. Die laatste zin is treffend; het antwoord moet zijn: dat laat ik aan 'ons'... (allen)
ReplyDelete