Monday, November 17, 2014

406 Het Internationaal Strafhof in Den Haag is zelf crimineel.


Deze blog toont aan dat het ICC er criminele manieren op na houdt. Het is een lange lijst. U hoeft niet alle 15 pagina's te lezen om van de intense boosaardigheid van deze hoge 'Rechtbank' overtuigd te raken.  Chris Black is niet de enige die dit signaleerde, maar hij geeft wel een zeer overtuigend relaas van zijn eigen ervaringen als advocaat van een verdachte bij het ICC.


Door: Christopher Black.
Global Research, 19 oktober 2014.

De aanklacht van de Navo tegen Muammar Gadaffi door het Internationaal Strafhof (ICC) tijdens de NAVO aanval op Libië in 2011 lijkt precies op de aanklacht tegen president Milosevic door het Internationaal Straftribunaal voor het voormalige Joegoslavië ( Het Yugoslavië Tibunaal, ofwel YT), tijdens de NAVO aanval op Joegoslavië in 1999. Beide mannen verloren het leven als direct gevolg daaarvan.
De aanklachten tegen deze twee mannen hadden maar één doel:  propaganda die dient om de agressie van de NAVO te rechtvaardigen. Propaganda die moet rechtvaardigen dat onwillige regeringen uit de weg worden geruimd.

Het internationaal strafrecht machine is uitgegroeid tot een wapen van totale oorlog, niet gebruikt om de criminelen die deze oorlogen voeren vervolgen, maar om de leiders van de landen die zich verzetten te vervolgen.

Milosevic en Gaddafi zijn niet de enige slachtoffers van deze tot crimineel  geworden  internationale juridische structuur. De lijst is lang:

President Saddam Hussein van Irak,

President Charles Taylor van Liberia,

Minister-president Jean Kambanda van Rwanda,

President Laurent Gbagbo van Ivoorkust,

President Bashir van Sudan en

President Uhuru Kenyatta van Kenia.

De aanklachten tegen hen lijken geloofwaardig, maar zijn geheel verzonnen. Onlangs was er sprake in de westerse pers van aanklachten tegen president Poetin. We zien hoe absurd en surrealistisch het spel is geworden.

De structurele rol die deze tribunalen hebben gespeeld in de poging van de VS en hun NAVO-bondgenoten om een Nieuwe Wereld Orde te creëren is geanalyseerd en beschreven door vooraanstaande juristen en schrijvers over de hele wereld. Aangezien ik advocaat ben, wil ik bijdragen aan uw begrip van de misdadige aard van deze ‘internationale rechtvaardigheid’ producerende instantie door met U te delen wat ik heb meegemaakt bij het verdedigen van een politieke gevangene die in hun macht was. Ik zou U kunnen vertellen over de schandalige praktijken van het Joegoslavië-tribunaal in het proces tegen Milosevic waarbij ik betrokken was via zijn internationale ‘verdedigers –committee’, maar deze praktijken zijn goed bekend en werden al beschreven  door een aantal vooraanstaande personen en schrijvers.
Er zijn vele slachtoffers van deze tribunalen, maar ik zal me richten op dit ene specifieke geval, want geldt als een voorbeeld van hoe het in veel andere gevallen ook gaat.
 Echter, de misdadigheid was zo diep en zo uitgebreid dat, toen ik dit verhaal eenmaal begon te schrijven, ik me realiseerde een heel boek nodig te hebben om het allemaal te vertellen.
Dus besloot ik  om in de beperkte tijd die we hebben U te voorzien van een schets van hoe deze rechtszaken werken.

Ik zal dus praten over het Rwanda-tribunaal, want het is het meest bekend voor mij en ook omdat de oorlog in Rwanda keer op keer wordt gebruikt door de Verenigde Staten in zijn propaganda om zijn zogenaamde interventie-oorlogen te rechtvaardigen. De VS beweert dat het geweld dat in Rwanda plaatsvond in 1994 niet zou zijn gebeurd als Amerika (en andere landen) in actie waren gekomen, in plaats van te kijken en niets te doen.
Maar nu, na 15 jaar van studies en onderzoeken, weten we dat  Amerika en haar bondgenoten  rechtstreeks hebben ingegrepen.
Zij waren het die die oorlog controleerden en zij waren het die het geweld van een ongekende omvang en wreedheid ontketenden,  gewoon om een regime omver ter werpen dat een belemmering vormde voor het verwerven van nog meer rijkdommen in de Congo. Hun krachten (de legers van Kagame, de vriend van Amerika, nvdr.) , zo weten we nu, deden het grootste deel van de moordpartijen ( 6 miljoen doden,nvdr)  en de leugen van Bill Clinton dat de VS niet betrokken was is een van de grootste  leugens in de geschiedenis.  Boutros-Ghali ( secr. Gen. Van de VN) heeft dit ook zelf tegen de Canadese schrijver  Robin Philpot gezegd: "De Amerikanen zijn 100% verantwoordelijk zijn voor wat er is gebeurd in Rwanda."  ( Google: Robin Philpot Rwanda )
( Google: vimeo bbc rwanda's untold story ) ( Google: Who was behind the 1994 Rwanda genocide? ) ( Google: A people betrayed. The role of the West in Rwanda’s genocide.)

De grote leugen van Clinton is geaccepteerd en wordt als waarheid beschouwd vanwege de propaganda campagne die daarmee gepaard ging in de media en de sleutel tot die propaganda campagne zijn de showprocessen bij het Rwanda-tribunaal, die zijn  opgezet en betaald door dezelfde NAVO-landen en bedrijven en aan Soros verbonden NGO’s die ook de controle  hadden over de Joegoslavië- , Sierra Leone-  en Hariri- tribunalen.

In januari 2000 werd generaal Augustin Ndidiliyimana, de voormalige stafchef van de Rwandese gendarmerie en de hoogste Rwandese militaire officier in 1994,  gearresteerd in België op basis van een aanklacht uitgegeven door Carla Del Ponte, destijds de aanklager van het Internationaal Straftribunaal voor Rwanda, het ICTR. Hij vluchtte naar België in juni 1994, na het ontvangen van bedreigingen op zijn leven. Zijn intocht in België werd goedgekeurd door de toenmalige Belgische minister van Buitenlandse Zaken, Willy Claeys, later secretaris-generaal van de NAVO, die toen verklaarde dat de generaal het leven van veel Rwandezen gered had.

Het is met deze arrestatie dat de criminaliteit begint te verschijnen. In de Belgische pers werd destijds gespeculeerd  dat de arrestatie om politieke redenen was gedaan en inderdaad, 11 jaar later, is deze speculatie juist gebleken toen de rechters hun oordeel uitspraken.

Zij verklaarden, in het vonnis van 17 mei 2011 het volgende: Generaal Ndindiliyimana werd beschouwd als een politiek "gematigde" tijdens de Rwandese oorlog van 1990-1994, een Hutu die zowel door Tutsi's als Hutu’s werd gerespecteerd en, zoals blijkt uit vele getuigenissen, ook van getuigen à charge,  zijn gendarmes hebben geen  misdaden tegen burgers gepleegd maar probeerden om hen te beschermen, waar ze konden.
Dus: waarom werd hij gearresteerd?

Omdat hij een potentiële leider van het land was, omdat hij weigerde mee te werken met het RPF regime ( het Rwandees Patriottisch Front van de Tutsi Kagame)  dat was geïnstalleerd door de Verenigde Staten na de oorlog,
Omdat hij te veel wist over wat er werkelijk gebeurd was in Rwanda en wist wie   echt verantwoordelijk was voor het geweld,
Omdat hij wist dat de VN en de Amerikaanse troepen direct betrokken waren bij het beslissende RPF offensief van 1994 en de moord op president Habyarimana, ook al ontkende Clinton dit.

Al deze redenen speelden ongetwijfeld een rol bij zijn arrestatie, maar het werd snel duidelijk dat de officier van justitie zijn arrestatie gebruikte om hem onder druk te zetten zodat hij een valse getuigenis zou afleggen tegen kolonel Theoneste Bagosora, de voormalige vice-minister van defensie in Rwanda die hun primaire doel was, de "grote vis" die het Tribunaal wilde vangen.

Onmiddellijk na zijn arrestatie begon men met criminele methoden tegen hem te gebruiken.  Hij en zijn raadsman in Brussel hadden een  ontmoeting met twee ICTR stafleden die hem mee deelden dat de aanklacht slechts een formaliteit was om het ICTR rechtsmacht over hem te verlenen. De echte reden voor zijn arrestatie was om hem mee te nemen naar Arusha, Tanzania, standplaats van het ICTR, voor een ontmoeting met de officier van justitie om geïnterviewd te worden over de gebeurtenissen in Rwanda. Het Reglement van Orde vereist dat aan een verdachte bij zijn arrestatie de aanklacht tegen hem wordt getoond.  Hem werd niets getoond. Toch is hij vrijwillig mee gegaan met de  ICTR stafleden naar Tanzania, en werd daar onmiddellijk in de gevangenis gegooid.

In juni 2000 nam Ndindiliyamana contact met mij op per brief en vroeg me om zijn raadsman te zijn. Ik stemde toe en hij heeft mijn naam voorgelegd aan de registratie-beambten  om mij toegewezen te krijgen als verdediger. Maar hun onmiddellijke reactie was om te proberen hem op andere gedachten te brengen. Ze zeiden dat ik geen ervaring had, dat ik geen Frans zou spreken. Beide beweringen zijn onjuist. Ze probeerden hem over te halen om de raadsman te nemen die hun voorkeur genoot.
Dit gebeurde  veelvuldig bij het Joegoslavië-tribunaal en het Rwanda tribunaal en is nu de norm in het ICC.  Advocaten die te goed zijjn en bereid zijn om alle feiten boven water te brengen  en willen dat gerechtigheid zal geschieden ook al moet hemel en aarde bewogen worden,  die advocaten wordt op verschillende manieren verhinderd om de  beschuldigden te verdedigen. Men geeft de voorkeur aan raadslieden die ofwel actieve dienaars van de westerse machten zijn of  die alleen voor de vorm een verdediging voeren. De weinige sterke verdedigers die er zijn worden op alle mogelijke manieren tegen gewerkt en zelfs in de gevangenis gegooid op verzonnen beschuldigingen  van de aanklagers van het Tribunaal.  Raadslieden worden geintimideerd, zoals we onlangs zagen in het geval Bemba in het ICC. Toch hield  Ndindiliyimana vol en ten slotte mocht ik om hem te vertegenwoordigen en mocht ik hem later  die zomer ontmoeten.

Het eerste wat je natuurlijk moet doen is om de aanklacht in handen te krijgen en zien waarvan de client wordt beschuldigd. Dat bleek moeilijk te zijn. De aanklacht was niet een eenvoudige beschuldiging. Het was, in plaats daarvan,  65 pagina propaganda  waarin de massamedia- versie van de oorlog werd herhaald, alles onjuist, allemaal bedoeld om de verdachte in de ogen van de rechters zwart te maken, maar meer in het bijzonder bedoeld voor publieke consumptie en persberichten die de aanklagers zouden uitgeven. Met andere woorden het was pure propaganda en geschreven als zodanig. De andere verrassing was dat hele lijnen, secties en zelfs hele pagina's van de aanklacht waren zwart gemaakt, met inbegrip van de namen van medeverdachten.

Bij zijn aankomst in Arusha werd de generaal niet onmiddellijk  voorgeleid voor de rechter voor een ‘eerste verschijning’, zoals vereist is volgens het ICTR Reglement. In plaats daarvan werd hij in eenzame opsluiting gehouden voor bijna 4 maanden en maakte hij zijn eerste verschijning voor de rechters van het tribunaal pas op 28 april van dat jaar. De vertraging was een bewuste tactiek bedoeld om hem psychologisch te verzwakken. Dezelfde tactiek werd gebruikt tegen andere gevangenen, een voorbeeld hiervan is premier Jean Kambanda, die in plaats van te worden gedaagd voor een rechter na zijn arrestatie werd meegenomen naar een locatie honderden kilometers van het tribunaal, incommunicado gehouden voor negen maanden en die elke dag bedreigd werd door twee Canadese politie officieren om hem misdaden  te laten bekennen die hij niet had gepleegd.

Toen Ndindiliyimana eindelijk voor de rechter werd gebracht, werd  het ontbreken van een goede aanklacht opgevoerd door de raadsman van dienst, die klaagde dat de verdachte werd gevraagd om te pleiten tegen een document dat half leeg was. De rechter deed niets.

Bij mijn aankomst bij het tribunaal, in juli 2000,kwam een Amerikaanse vrouw naar mij toe in een hal van het tribunaal en vertelde me dat ze de leiding had van het staf van Aanklagers en ze wilde met mij praten.
Ze vertelde me dat ze niet alleen een advocaat was. Ze was ook een kolonel in de US Air Force Reserves. Ze vroeg om mij de volgende dag te kunnen ontmoeten om eventueel een deal te maken. Dat was vreemd gezien de aanklacht van genocide die tegen mijn client was gedaan. ( Bij ernstige zaken als genocide wordt er nooit een deal gemaakt. Nvdr.)
De volgende dag liepen ongeveer 20 mensen de vergaderzaal binnen waar ik alleen zat. De poging om mij te intimideren was duidelijk. De Amerikaanse kolonel maakte verschillende voorstellen voor een deal als we konden afspreken om samen te werken en dat de generaal zou getuigen bij de aanklacht van anderen.
 Onze reactie was dat de beschuldigingen, voor zover we ze konden lezen, vals waren, dat we zijn arrestatie en detentie niet konden aanvaarden als een middel om hem te dwingen om valse getuigenis af te leggen en we eisten een rechtszaak.
Even terzijde, ik hoorde een aantal keren in besloten vergaderingen met de VN-stafleden,ook van hogere functionarissen, dat iedereen bij het tribunaal wist dat de generaal een goed mens was en niet schuldig aan enig feit, maar dat, zoals een insider me vertelde, dit de manier is waarop de Amerikanen "de zaak hier spelen", en ze waarschuwden me voorzichtig te zijn.

Op mijn volgende reis naar Arusha, een paar maanden later, om een motie voor zijn vrijlating te bepleiten, bleek dat hij was 'verdwenen' uit de gevangenis. De VN en de Tanzaniaanse bewakers weigerden om me te vertellen waar hij was. Het kostte een dag van ruzie met tegenwerkende  ambtenaren om uit te vinden dat hij was overgebracht naar een VN safe-house  in de stad Arusha. De reden daarvoor die men mij gaf was dat hij gevaar liep  dat hem door andere gevangenen iets werd aangedaan, maar in werkelijkheid was het om hem psychologisch geïsoleerd te houden om hem te verzwakken, zodat  hij eerder zou meewerken, en om hem in diskrediet te brengen bij de andere gevangenen door de indruk te wekken alsof hij  "een deal maakte. "

We eisten dat hij terug zou gaan naar de VN-detentie-eenheid, maar al onze juridische pogingen om dat te bereiken waren nutteloos, totdat ik het in de pers aan de orde stelde. Om verder schandaal te vermijden werd hij twee dagel daarna terug naar de VN-gevangenis geplaatst, waar hij al snel werd gekozen tot hoofd van de ‘commissie van gevangenen’.

In de 4 volgende jaren zijn wij geconfronteerd constante tegenwerking als we  probeerden om erachter te komen wat er gaande was, wat de echte aanklacht was, wat ze zouden gaan doen en wanneer hij een proces zou krijgen. Tijdens deze periode kwamen herhaaldelijk aanbiedingen van de aanklagers, met inbegrip van het laten vallen van alle aanklachten, maar die g=hebben we allemaal geweigerd; ons standpunt bleef steeds dat zijn arrestatie en gevangenstraf  waren gedaan om hem onder druk te zetten zodat hij vals zou getuigen, en dat dit illegaal was en immoreel en dat hij alleen zou meewerken als hij een vrij was.

Eisen voor een snel proces werden met onverschilligheid afgewimpeld. We kregen geen relevante openbaarmaking van de processtukken en zelfs aan het eind van het proces bleek bij toeval dat duizenden documenten die ontlastend waren voor de beschuldigde, door de Aanklagers verborgen waren gehouden. Dus, in feite kregen we nooit inzage in de stukken en moesten we een verdediging voeren op basis van wat we dachten dat de aanklacht zou zijn…. Om de problemen nog groter te maken werd ons ook verboden om voldoende fact-finding reizen te maken  en met getuigen te zoeken en te spreken om zodoende onze verdediging op te bouwen.

Twee Ierse advocaten ontdekten via sympathiserende contacten bij de beveiliging van het kantoor van de VN dat onze telefoons en fax- lijnen werden afgeluisterd. We hebben geleerd dat ten minste één collega advocaat een agent van de aanklager was. Advocaten merkten dat ze werden gevolgd en dat in onze hotelkamers werd ingebroken. Er werden pogingen gedaan om ons via vrouwen die voor de Tanzaniaanse en Rwandese inlichtingendiensten werkten , te strikken. Geruchten werden verspreid in de gevangenis van de VN om de raadsman zwart te maken bij hun klanten.

In 2003 kwam de Schotse advocaat  Andrew McCarten die een andere Rwandese beschuldigde verdedigde mij opzoeken in Toronto. Hij vertelde me  dat hij wist hoe de VS en de CIA het tribunaal op elk niveau controleerden en dat hij vreesde voor zijn leven. Hij was erg boos. Hij was kwam direct uit New York, waar had geprobeerd om een ontmoeting met Bill Clinton te regelen, en was buiten gegooid. Hij vertelde me de details van het Amerikaanse leger en de CIA penetratie van het tribunaal en zei dat hij me documenten zou sturen van nog boosaardiger zaken. Het tribunaal beschuldigde hem van financiële onregelmatigheden en schopte hem er uit. Twee weken te laat was hij dood. De politie kon er niet achter komen waarom zijn auto in Schotland van een kjlif was gereden. Hij was de bekendste en beste advocaat van militaire kwesties in Schotland.

Kort daarna werd ik , tijdens een bezoek aan Arusha, bezocht door een majoor van  Amerikaanse leger (afdeling informatie), vergezeld van een agent van de Veiligheidsdienst  van het Amerikaanse Ministerie van BZ ( in het engels:  an intelligence officer from the American State Department Research Intelligence Bureau)  die wilde weten wat onze strategie zou zijn op het proces  was en wat standpunten van mijn cliënt waren met betrekking tot de Afrikaanse politiek.

De advocaten van de verdediging waren niet de enigen die met problemen werden geconfronteerd. In 1997 gaf Louise Arbour opdracht tot een onderzoek naar het neerschieten van het presidentiële vliegtuig, wat in feite een moord was op alle mensen aan boord, met inbegrip van de Hutu-president van Rwanda, Habyarimana en de Hutu-president van Burundi, Ntaryamira en de stafchef van het leger . De binnenvallende Oegandese-RPF krachten en de Amerikanen beweerden dat Hutu "extremisten" het vliegtuig hadden neergeschoten.

Een Australische advocaat, Michael Hourigan, werd aangewezen om het onderzoek te leiden en na onderzoek meldde hij aan Arbour dat zijn team had vastgesteld dat het RPF van Kagame was die het vliegtuig had neergeschoten met de hulp van een vreemde mogendheid ( Israel? nvdr.)  en dat de CIA er bij was betrokken. Hourigan verklaarde later in een beëdigde verklaring dat Arbour enthousiast leek toen hij haar voor het eerst op de hoogte stelde via de telefoon, maar toen hij werd opgeroepen naar Den Haag voor een ontmoeting met haar, was haar houding totaal veranderd tot openlijke vijandigheid. Hij kreeg het bevel om zijn bewijzen te overhandigen  en werd van zijn taak ontheven.

Tot op vandaag is dat onderzoek  geheim gehouden en niemand die in dat rapport is  genoemd is ooit aangeklaagd.

In januari 2004 organiseerde de advocaten van de verdediging een staking om te protesteren tegen de politieke aard van de aanklachten  en procesvoeringen, de slechte arbeidsomstandigheden voor de verdediging, het fouilleren van de advocaten die hun klanten gingen bezoeken, en als protest tegen de isolatie en de leefomstandigheden van de gevangenen.
Een paar weken na die staking werd de stakingsleider Jean Degli, een Congolese advocaat gevestigd in Parijs en een uitstekende advocaat en een sterke leider van groep van advocaten, beschuldigd van   betrokkenheid  bij  een financieel schandaal. Hij werd gedwongen om de verdediging van een hoge militaire officier op te geven, en hij moest zijn werk als advocaat bij het Tribunaal opgeven.
 Zodra hij was viel de groep van advocaten ( engels: defense lawyers’ association) uit elkaar en de groep heeft daarna geen acties meer ondernomen.

Soms verschenen er Britse en Amerikaanse advocaten in de gevangenis en zeiden dan tegen enkele gevangenen dat ze waren benoemd tot hun advocaat. Maar de gevangenen hadden niet om hen  gevraagd, kenden ze niet , wilden ze niet hebben  en raakten ervan overtuigd dat ze werden gestuurd door westerse inlichtingendiensten om de uitkomst van de processen te sturen. De gevangenen maakten een zwarte lijst van advocaten waarvan zij geloofden dat die voor de westerse inlichtingendiensten werkten. Voor die gevallen die het tribunaal  niet kon controleren door middel van een bevriende advocaat probeerde men om een infiltrant bij de verdediging te plaatsen om informatie door te geven en zo mogelijk de verdedigings tactiek en strategie te beïnvloeden. We hebben verschillende malen mensen ontmaskerd die als spionnen werkzaam waren voor de aanklagers.

Ze saboteerden  ons team door te proberen onze hoofdonderzoeker in een val te lokken en te arresteren, een voormalige majoor van de Rwandese politie, iemand die zeer nuttig voor ons was bij het vinden van getuigen. Op de dag dat hij aankwam in Arusha, werd mij door een sympathieke ambtenaar verklapt dat zij voornemens waren om de politieman te arresteren op aanklacht van genocide en dat zijn werkprogramma was opgeschort en dat ik hem beter het land uit kon loodsen. Dus moesten we hem snel  Tanzania uit smokkelen, om  zijn arrestatie of erger te voorkomen. De beschuldigingen waren overduidelijk valse, omdat  hij door de VN-Veiligheidsraad en door Rwanda was gescreend voor hij werd aangesteld als onze onderzoeker. Maar de tactiek van de aanklagers maakte onze verdediging voor meer dan een jaar vleugellam en het lukte ons nooit meer om zo’n goede onderzoeker te vinden met zoveel ervaring en contacten. Tot op heden zijn onze verzoeken om te weten waarvan hij werd beschuldigd met stilzwijgen beantwoord, maar het is vermeldenswaard dat na deze episode bij de Nederlandse politie ging werken,  nadat die een complete security check deed van hem deed en vast stelde dat hij geen betrokkenheid had bij de gebeurtenissen van 1994.

De druk liep op toen de aanklagers het gerucht verspreidden dat ze van plan waren om de vrouw van de generaal ook aan te klagen.

Bijna 5 jaar na de arrestatievan de generaal begon het proces in september 2004. Tot onze complete  verrassing stond de aanklager, helemaal aan het begin van het proces op en diende hij een gloednieuwe aanklacht in die  tientallen nieuwe beschuldigingen  bevatte, inclusief beschuldigingen van massamoorden waarvan we nog nooit hadden gehoord en persoonlijke moorden die zouden zijn gepleegd door de generaal zelf. De beschuldigingen waren van de ergste en meest sensationele soort. Het was duidelijk dat ze waren bedoeld om de beschuldigde in de ogen van de jury geheel zwart te maken vóór het proces op gang kwam (men framede daarmee alles wat nog zou worden gezegd: als iemand zo slecht is, zijn we geneigd alles over hem in een negatief licht te zien. Nvdr). Zoals we zagen in het verdict werden vele van die aanklachten ingetrokken zonder dat er ooit enig bewijs was aangevoerd.    Het was allemaal een schijnvertoning. Wij protesteerden en eisten uitstel om de verdediging voor te kunnen  bereiden. Het werd geweigerd en  we werden gedwongen door te gaan en moesten al doende de verdediging voorbereiden. Op dat moment was ik alleen, zonder helper omdat de ambtenaar dit weigerde toe te staan. De houding van rechter was vanaf de eerste dag openlijk vijandig en ze weigerden om ons in staat stellen bepaalde kwesties te bespreken, of om over getuigen van de tegenpartij te ondervragen als we dat wilden. Ze kozen openlijk de kant van de openbare aanklagers en leunden achterover en deden niets als de aanklagers weer uit barstten in vicieuze persoonlijke aanvallen op de verdediging en de verdachte.

De getuigen à charge waren voornamelijk Hutu gevangenen van de RPF (Kagame) die al 10 jaar of langer vastgehouden werden zonder aanklacht, in verschrikkelijke omstandigheden, velen waren gemarteld, geen van hun getuigenis stemde overeen met de verklaringen zij hadden afgelegd voorafgaand aan het proces. Vaak hadden ze iets gehoord via via.  RPF officieren werden niet  opgeroepen om te getuigen. Wel werden een paar   getuigen opgeroepen die propaganda bedreven voor de Rwandese overheid. Het enige bewijs dat ze hadden kwam uit de mond van deze Hutu gevangenen en agenten van de regering.

Niettemin had een aantal van hen de moed om te zeggen dat ze waren gedwongen om verklaringen te ondertekenen en valselijk te getuigen in ruil voor vrijlating, voor gunsten of om executie te voorkomen. We hoorden van deze getuigen dat het regime in de gevangenissen scholen had opgericht om getuigen te recruteren en ze te trainen in het afleggen van valse getuigenissen, en de rechters hoorden gedetailleerde verslagen van hoe de getuigen werden geworven in deze gevangenissen, en dat personeel van het tribunaal was betrokken bij dit schandaal. Wat het lot van deze gevangenen was toen ze terugkeerden naar Rwanda weten we niet, maar het lot van degenen die niet mee werken met het Rwandese regime is altijd onaangenaam en permanent.

Zelfs de rechters, geselecteerd en voorbereid om vijandig ten opzichte van de verdediging te zijn, begonnen zich langzaamaan ongemakkelijk te voelen bij  wat ze hoorden en waren verontrust toen hen bleek dat alle getuigenverklaringen pas waren gedaan nadat de generaal al was gearresteerd.

De rechters dreigde mij en een andere advocaat met arrestatie als we bleven ‘verboden vragen‘  zouden blijven stellen, en er waren dagelijkse boze confrontaties in de rechtbank tussen de rechters en verdediging als we probeerden om de rechten van de verdachten te beschermen en aangedrongen op een eerlijk proces. Gedurende het hele proces kwamen er feiten boven tafeldie toonden dat de vijandelijke troepen massale wreedheden tegen burgers hadden gepleegd, maar in plaats dat de rechters aan de aanklagers vroegen waarom deze troepen niet werden aangeklaagd,  probeerden ze ons het zwijgen op te leggen.

In 2005, tijdens mijn kruisverhoor van een Belgische kolonel van het Leger met betrekking tot wat bekend staat als de ‘Dallaire genocide fax’, kwamen we er achter dat de vertalers teksten voorlazen van scripts die waren opgesteld door de aanklagers in plaats van de werkelijke verklaring  van de getuige te vertalen. We eisten een onderzoek en wilden dat de aanklagers beschuldigd zouden worden.  De rechters bleven er ijskoud onder en deden helemaal niets.

Het was tijdens dit kruisverhoor dat de ‘Dallaire fax’ een vervalsing bleek te zijn en dat ze in de VN-archieven was gestopt  door een kolonel in het Britse leger. Maar de aanklagers waren zo in verlegenheid gebracht door deze ontdekking dat de fax in geen van de processen van het Rwanda Tribunaal  nog ooit werd  genoemd, hoewel de fax werd beschouwd als het belangrijkste Aanklacht-document in ons proces.

In 2006 zorgde de Openbaar Aanklager er voor dat hogere rechters ( de Hoger Beroep rechtbank ) de verbluffende verklaring aflegden dat "genocide" een juridisch feit was in Rwanda, ondanks de duidelijke ontkenning door de verdediging, en  ondanks dat het tegendeel was bewezen in de processen en ondanks het feit dat de primaire beschuldiging aan alle gedaagden ‘genocide’was. In feite verklaarde de rechtbank dat de verdediging de voornaamste aanklacht niet ontkennen.
( Ik vond deze tekst erg lastig te vertalen. Daarom hier de engelse tekst: In 2006, the prosecution arranged to have the Appeal Chamber make the astounding declaration that the “genocide” was a judicially noticed fact despite the clear denial by the defence, despite the contrary evidence in the trials and despite the fact that the primary charge all the accused faced was genocide. In effect the tribunal stated the defence could not deny the principal charge against them. )

Maar we bleven onze verdediging gewoon verder voeren in weerwil van dit besluit en in ons geval hielden de rechters op met ons dag na dag te bestrijden. Wij bleven de feiten te presenteren.

In september 2006 heeft de bekende deskundige en aanklager  dr Alison Des Forges een getuigenis afgelegd in ons proces en ze had een deskundigen-rapport  voor dat doel gemaakt. Het probleem was dat uit dat rapport verklaringen had weggelaten die zij in een eerder rapport had gemaakt over het feit dat Ndindiliyimana  een man was die  tegen de  genocide was en had geprobeerd om burgers te beschermen. Toen ze in een kruisverhoor  werd geconfronteerd met de vraag waarom ze had geprobeerd om de rechters te misleiden weigerde ze om nog vragen te beantwoorden, maar het was duidelijk uit de reactie van de aanklagers dat ze die ontlastende verklaringen had verwijderd in een poging om de rechtspraak te bemoeilijken, en dat deed op bevel van het openbaar ministerie. De rechters namen de zeldzame stap dat de bijdragen van  Dr. Des Forges wegens dit bedrog werden geschrapt uit het eindoordeel  van het proces.

In 2007 waren we getuige van alweer een bizarre scène waarin de rechters en aanklagers een geheime vergadering hielden over de vraag hoe ze de ongewenste getuigenis van een Tutsi prins, zoon van de laatste Tutsi koning, buiten het proces konden houden.  Prins Antoine Nyetera, een bekende persoonlijkheid in Rwanda,  getuigde dat de RPF ( Kagame) alle doden op hun geweten haddeb en niet de overheid, en dat hij er getuige van was. Ze waren niet blij met  het feit dat een prominente Tutsi verklaarde dat  de massamedia versie van de gebeurtenissen vals was en dat de RPF troepen die men weigerde aan te klagen,  verantwoordelijk  waren voor het grootste deel van de moorden. Daarom besloten ze, in een geheime ontmoeting met de officieren van justitie, aan te kondigen dat ze de getuigenis van de Prins uit de annalen zouden schrappen. Toen alle advocaten bezwaar aantekenden, kwam er totaal geen reactie.  Om te verdoezelen wat ze hadden gedaan werden de dagelijkse notulen voor die dag ook ‘aangepast’.

Notulen van gesprekken werden vewranderd. We kregen voorlopige  transcripties elke dag in de ochtend, maar als we de definitieve versie kregen, waren  bepaalde woorden of belangrijke zinnen veranderd ten gunste van de aanklagers.  Onze klachten leverden niks op. We werden bewaakt door VN-security officers bij een ontmoeting met getuigen in hotels. Dit werd redelijk  openlijk gedaan en het doel  was duidelijk om ons te intimideren.

In juli 2008, benaderde een hoge Amerikaanse ICTR official mij in een café in Arusha, en vertelde me dat hij een CIA-officier was, en dat ze mensen hadden vermoord die op het tribunaal te ver gingen, waaronder een Amerikaanse advocaat  die was vergiftigd volgens hem omdat hij een waarschuwing omtrent het onthullen van gevoelige informatie had genegeerd.  Hij vertelde me dat als ik mijn verdedigingswerk niet stoppen, dat ze mij dan ook zouden gaan vermoorden. Ik meldde dit bizarre gesprek bij de president van de Rechtbank,  de Noorse rechter Mose, maar opnieuw was ijskoude onverschilligheid de enige reactie.  Dit was niet de eerste keer dat een dergelijke bedreiging was gemaakt. Een lid van de Rwandese regering benaderde mij bij het begin van het proces na het bekijken van mijn kruisverhoor van hun getuige en vertelde me dat als ik zou doorgaan ik niet lang meer te leven zou hebben. Klachten bij de rechters en de VN beveiliging leidden tot niets. De  Tanzaniaanse geheime politie heeft mij meerdere malen benaderd door de jaren heen en maakte soortgelijke opmerkingen en het is zelfs nu nog niet gestopt. In juli van dit jaar kwam de Canadese geheime dienst bij me langs in Toronto om me te vertellen dat ik op een Rwandese hitlijst stond  en vroeg me of ik van plan was om actief te blijven in de Rwandese kwestie. Het leek me dat ze de techniek gebruikten   van me te waarschuwen voor een bedreiging om op die manier een bedreiging te kunnen uiten, dus om mij bang te maken.

In november 2005 verdween Juvenal Uwilingiyimana spoorloos. Hij was een voormalig kabinetslid in Rwanda, die werd geïnterviewd door twee Canadese onderzoekers welke werken voor Stephen Rapp, het hoofd van vervolgingen bij hetRwanda Tribunaal.  Juvenal verdween toen hij naar deze onderzoekers toe ging in Rijsel, Frankrijk. Dit waren dezelfde Canadezen die premier Kambanda incommunicado had gehouden gedurenden  9 maanden om hem tot een valse bekentenis te dwingen. Weken later werd Uwilingiyimana's lichaam gevonden in een kanaal in Brussel, naakt, met zijn handen afgesneden. Kort voordat hij verdween schreef hij een brief aan het Tribunaal  waarin staat dat Rapp en zijn mannen hem onder druk zetten om valse getuigenis af te leggen en dat ze hadden  gedreigd hem te doden en zijn lichaam in stukken te snijden, tenzij hij zou  meewerken. Ik en een andere advocaat  brachten deze brief en de moord ter sprake in het proces en eisten dat de hoofdverdachten van de moord, Stephen Rapp en de twee Canadezen, zouden  worden geschorst en gevangen gezet in afwachting van een onderzoek. Er gebeurde niets. De Belgische politie deed geen onderzoek en Rapp werd gepromoveerd tot de positie van de Amerikaanse zwervende ambassadeur voor oorlogsmisdaden.

In 2008 trok een getuige van de aanklagers zijn getuigenis is, en zei dat hij gedwongen was, onder doodsbedreiging, om valse getuigenis af te leggen.
De verdediging slaagde er in om de rechters te laten besluiten datr de getuige zou worden ondervraagd over zijn intrekking van zijn valse beschuldiging.  Hij werd meegenomen uit Rwanda naar een VN-safe house in Arusha, maar de dag voordat hij zou getuigen is hij verdwenen uit dat veilige huis en is nooit meer gezien. De VN kon niet uitleggen hoe hij kon verdwijnen uit één van hun veilige huizen.
Een andere getuige trok ook zijn verklaring in, maar in dit geval  beschuldigde de aanklager mij er van hem te hebben omgekocht.
Twee onderzoeken hieromtrent concludeerden dat hij de waarheid sprak, onder andere over een aanklager die meineed pleegde.

Op ongeveer hetzelfde moment getuigde een RPF militaire inlichtingenofficier die het regime was ontvlucht dat alle onderdelen van het tribunaal waren geïnfiltreerd door westerse en RPF inlichtingenofficieren en dat de vertalers  allemaal voor de Rwandese inlichtingendienst werkten  en dat de rechters werden gezien als nuttig poppen.

We bemerkten meerdere keren tijdens het proces dat Amerikaanse legerofficieren aanwezig waren en dat hooggeplaatste leden van het Amerikaanse ministerie van Justitie samen met de aanklagers zaten. Toen we erachter kwamen wie ze waren eisten we dat ze zouden worden verwijderd en de rechters werden gedwongen ze inderdaad uit de rechtszaal te verwijderen. Tijdens het korte kruisverhoor dat we mochten hebben met General Dallaire, middels een videoverbinding vanuit het Canadese Defensie hoofdkantoor in Ottawa, maakte de cameraman de fout dat hij uitzoomde van het gezicht van de generaal en we waren geschokt om te zien dat 5 senior Canadese leger officieren naast hem zaten, terwijl ons was verteld dat hij alleen in de kamer was met de technicus en een ambtenaar van justitie. Toen we eisten om te weten wie ze waren en wie hen had opgedragen om daar te zijn,  weigerden ze  te antwoorden en de rechters weigerden om hen het bevel te geven om Dallaire alleen te laten.

In 2008 vond ik verborgen in de dossiers van de aanklagers een brief van Paul Kagame, gedateerd augustus 1994, waarin hij verwijst naar zijn en president Museveni's  "Plan voor Zaïre," waarin hij verklaarde dat de Hutu’s dat plan in de weg staan, maar dat, met de hulp van de Amerikanen, Britten en Belgen, het plan zou doorgaan. Ik bracht deze brief de volgende dag ter sprake in de rechtbank omdat die brief aangaf dat de oorlog in Rwanda slechts de eerste fase was voor de grotere oorlog in de Congo, die waarschijnlijk zelfs al in 1990 gepland was. De aanklagers beschuldigden mij direct van het vervalsen van dit document, terwijl ze uit hun eigen dossiers kwam, en die nacht werd ik openlijk gevolgd door een Tanzaniaanse politie detective. Ik werd gedwongen om de rechters om bescherming te vragen de volgende dag. Ze bezweerden me dat ik met rust gelaten zou worden.

In 2011 werd Ndindiliiyimana veroordeeld , ondanks het overweldigende bewijs dat hij alles had gedaan wat hij kon om levens te redden en om de vrede te herstellen in Rwanda en dat hij onschuldig was aan alle aanklachten. Hij werd veroordeeld voor het niet straffen van ondergeschikten voor twee vermeende misdaden maar hij werd vrijgesproken voor alle serieuze aanklachten en men beval zijn vrijlating. De veroordelingen waren absurd omdat  en van de vermeende incidenten nooit had plaatsgevonden en in het tweede incident zijn mannen niet betrokken waren.

Toen de Kamer voor Hoger Beroep deze veroordelingen op 7 februari 2014 ongeldig verklaarde , hoorde ik van een insider dat de rechters vonden dat het nodig was om hem te veroordelen voor iets ondanks zijn duidelijke onschuld, omdat ze bang waren voor de Amerikanen als hij geheel zou worden vrijgesproken. Er werd ook gespeculeerd door een aantal commentatoren dat zij hem had veroordeeld om zijn lange illegale detentie te rechtvaardigen. Even terzijde, de dag nadat de veroordeling werd aangekondigd, was ik verrast om een e-mail te ontvangen van de Amerikaanse vrouw, de kolonel, die als eerste  de zaak had behandeld in 2000 en ons destijds een deal aanbood. Ze is nu een hoge ambtenaar in de US State Department. Ze verklaarde dat ze boos was dat Ndindiliyimana was veroordeeld, dat de dingen nooit bedoeld waren om zo ver te gaan en dat, indien ik ooit in Washington langs zou komen ze me zou  vertellen wat er echt had gespeeld. Maar ik ben niet naar Washington gegaan.

Elk proces heeft zijn eigen verhalen te vertellen. Elk heeft zijn eigen anatomie maar de ziekte is dezelfde in alle gevallen. Het is een zeer deprimerend en donker beeld. Het was een zeer bittere ervaring. Er is niet veel meer dat ik kan zeggen behalve dat het mij toeschijnt dat het ‘internationaal recht’ die naam waardig niet kan bestaan zonder een internationale orde die democratisch is; een wereldorde waarin de soevereiniteit en gelijkheid van de naties  fundamenteel is.  De Wet en haar juridische structuren weerspiegelen de sociale, economische en politieke betrekkingen van een samenleving.


Om de juridische structuur van het internationaal recht te hervormen, zodat  het  eerlijk, onpartijdig en universeel is, moeten we eerst de  economische en  sociale verhoudingen  waarop dit systeem is gebouwd, veranderen.  Zo niet, dan zal de mensheid verder gaan op de weg van reactie en oorlog. De lijst van slachtoffers van deze werkelijk criminele tribunalen zal lang blijven en als het tot een wereldoorlog leidt zullen we tot de slachtoffers behoren. Hoe moeten we dit oplossen?  Dat laat ik aan u ..

1 comment:

  1. Een heel droevig relaas! Nog droeviger dat ik me er in het geheel niet over verbaas. Die laatste zin is treffend; het antwoord moet zijn: dat laat ik aan 'ons'... (allen)

    ReplyDelete