Het enige dat mij hindert is dat hij vaak persoonlijke vetes lijkt uit te vechten. Maar je kunt ook zeggen: hij gebruikt zijn eigen ervaringen om zo uit de doeken te doen hoe de wereld in elkaar zit.
Vandaag verscheen onderstaande blog, die ik in zijn geheel heb overgenomen.
U kunt natuurlijk net zo goed op Stan's blog klikken, dan heeft U ook de foto's.
Het gaat mij om de analyse in deze blog die ik ook op mijn eigen blog onmisbaar vind.
Dank U, Stan.
De blog toont aan hoe de VS de halve wereld heeft veroverd, met behulp van journalisten die in feite geen knip voor hun neus waard zijn, als mens wel te verstaan. Vakmatig genieten ze het hoogste aanzien.
Henk Hofland en de Massa 38
Cultural Imperialism
The sum of the processes by which a society is brought
into the modern world system and how its dominating stratum is attracted,
pressured, forced and sometimes bribed into shaping social institutions to
correspond to, or even promote, the values and structures of the dominant
center of the systems.
Herbert Schiller, 1976
Onder de kop 'Nieuwe oorlog in wording,' verzekert
Henk Hofland in De Groene Amsterdammer van 1 april 2015 zijn
lezers ditmaal het volgende:
Met de burgeroorlog in Jemen is een nieuwe fase in de totale ontbinding van
het Midden-Oosten aangebroken. Chaos kweekt meer chaos. Het historisch bewijs
voor die stelling is langzamerhand overweldigend.
De oorlogen in Afghanistan, Irak, Libië en Syrië hebben daar mislukte
staten doen ontstaan, in de regio een eufemisme voor broeinesten van terreur en
oorzaak van stromen vluchtelingen naar Europa. En sinds een paar weken begint
Jemen erbij te horen. De sjiitische stam van de Houthi’s is in verzet gekomen tegen
de centrale regering die de soennitische variant van de islam is toegedaan. Het
soennitische Saoedi-Arabië is daarop de regering met bombardementen te hulp
gekomen. Daarbij zijn enkele tientallen doden gevallen. De nieuwe toon is
gezet.
Dat die burger 'oorlogen in Afghanistan,
Irak, Libië en Syrië' en nu ook in 'Jemen' na gewelddadige
westerse interventies zijn ontstaan, verzwijgt Hofland. Sterker nog de éminence
grise van de polderpers oordeelde in hetzelfde weekblad op 12 maart 2015 dat 'het
hedendaags failliet van de Arabische beschaving' was ontstaan, ondanks
de altruïstische westerse '[p]ogingen om het tij met de oorlogen in
Afghanistan en Irak te keren...' De stem van de gevestigde orde in
Nederland orakelde vijf jaar geleden in een NRC-column dat de 'hoogconjunctuur
van het verzet tegen de aanwezigheid van grote aantallen niet geïntegreerde
moslims in heel West-Europa een natuurlijke reactie [is],' en ook
hier moest de lezer opmaken dat er kennelijk iets fundamenteel fout zit met
die, volgens de alom gerespecteerde opiniemaker, 'grote aantallen
niet geïntegreerde moslims in heel West-Europa,' en in 'heel' het
Midden-Oosten en de Maghreb, een opvatting die in racistische kringen wordt
gedeeld. Met een minimum aan positieve kennis verspreidt Hofland een maximum
aan negatieve meningen. De Palestijns-Amerikaanse cultuurcriticus Edward Said
karakteriseerde dit slag opiniemakers in het Westen op een treffende wijze toen
hij in zijn baanbrekende boek Culture and Imperialism (1993) stelde
dat deze mensen
argue that the source of the world's significant action and life is in the
West, whose representatives seem at liberty to visit their fantasies and
philanthropies upon a mind-deadened Third World. In this view, the outlying
regions of the world have no life, history, or culture to speak of, no
independence or integrity worth representing without the West.
Gevangen binnen dit vooroordeel is H.J.A. Hofland niet in staat te beseffen
dat het Westen medeverantwoordelijk is voor de, in zijn woorden, 'enorme
staatkundige en humanitaire, zich ongebreideld voortzettende ramp' in
het Midden-Oosten en de Maghreb. Zijn lezers dienen de indruk te krijgen
dat 'we' hier te maken hebben met een inferieur soort
mensen. En zo behoren Hofland en zijn 'politiek-literaire elite' in
de polder tot de westerse 'intellectuals, artists, journalists whose
positions at home are progressive and full of admirable sentiments, but the
opposite when it comes to what is done abroad in their name,' en op
wie Said zijn dodelijke pijlen richtte. Net als antisemieten alle joden
veroordelen aan de hand van het optreden van enkelen, geldt voor Hofland dat de
acties van de minderheid het 'failliet' van de hele 'Arabische
beschaving' aantoont. Immers, 'chaos kweekt meer
chaos.' En 'Met de burgeroorlog in Jemen is een nieuwe
fase in de totale ontbinding van het Midden-Oosten aangebroken,' terwijl
het humanitair ingrijpen van 'het vredestichtende Westen' om 'het
tij met de oorlogen in Afghanistan en Irak te keren zijn uitgelopen op kostbare
mislukkingen.' Hoflands opinies zijn hierbij niet gebaseerd op een
intensieve bestudering van de regio, maar op het simplistische vooroordeel
dat 'de Arabieren' in zowel het Westen als in hun eigen
regio een monolitische cultuur bezitten, gebaseerd op het islamitisch geloof
dat vandaag de dag een 'failliete beschaving' heeft
opgeleverd. Deze opvatting, meer is het niet, is in strijd met de complexe
werkelijkheid, aangezien de -- door het westen afgedwongen --
globalisering 'all cultures are involved in one another, none is
single and pure, all are hybrid, heterogenous, extraordinarily differentiated,
and unmonolithic,' zo constateerde Edward Said als hoogleraar met
een kosmopolitische achtergrond uit zijn eigen directe ervaringen en uit de
bestudering van het vaak gewelddadige westerse expansionisme. Hij voegde
hieraan toe:
This, I believe, is as true of the contemporary United States as it is of
the Modern Arab world, where in each instance respectively so much has been
made of te dangers of 'un-Americanism' and the threats to 'Arabism.' Defensive,
reactive, and even paranoid nationalism is, alas, frequently woven into the
very fabric of education, where children as well as older students are taught
to venerate and celebrate the uniqueness of their tradition (usually and
invidiously at the expense of others). It is such uncritical and unthinking
forms of education and thought that this book is addressed — as a corrective,
as a patient alternative, as a frankly exploratory possibility. In its writing
I have availed myself of the utopian space still provided by the university,
which I believe must remain a place where such vital issues are investigated,
discussed, reflected on. For it to become a site where social and political
issues are actually either imposed or resolved would be to remove the
university's function and turn it into an adjunct to whatever party is in
power.
Maar ook voor academici geldt de aloude volkswijsheid
dat je een ezel naar de bron kan leiden, maar je hem niet kan dwingen om te
drinken. Dat is tevens het probleem met Hofland die in een interview
verklaarde: 'Ik ben een contactgestoord persoon, ik wil het liefst
in m'n eentje zitten. Ik hou niet zo van dat gelul.' En waarom wil
hij in z'n eentje zitten? Om, volgens eigen zeggen, elke ochtend twee uur
lang de kranten te kunnen lezen. Kranten!Verblijft hij op Manhattan
dan begint Hofland met de New York Times, die als sjabloon
dient voor de rest van het journaille. Bijna anderhalve eeuw geleden
waarschuwde Gustave Flaubert in dit verband dat
De hele droom van de democratie bestaat uit het verheffen van
de proletariër tot het domheidspeil van de burgerman. Die droom is al
gedeeltelijk verwezenlijkt. Hij leest dezelfde kranten en heeft dezelfde
hartstochten.
Al in 1866 constateerde de grote Franse auteur in een brief aan een
bevriende dame:
U heeft het over de verdorvenheid van de pers; die maakt mij zo doodziek
dat kranten me een regelrechte lichamelijke walging bezorgen. Ik lees liever
helemaal niets dan die verfoeilijke lappen papier. Maar men doet al
het mogelijke om er iets belangrijks van te maken. Men gelooft erin en men is
er bang voor. Dat is de wortel van het kwaad. Zolang de eerbied voor het
gedrukte woord niet uit de wereld is geholpen, komen wij geen stap verder.
Breng het publiek de liefde voor het grote bij en het zal de kleine dingen in
de steek laten, of liever gezegd het zal de kleine dingen zichzelf laten
uitschakelen. Ik beschouw het als een van de gelukkigste omstandigheden van
mijn leven dat ik niet in kranten schrijf. Het doet mijn beurs geen goed, maar
mijn geweten vaart er wel bij en dat is het voornaamste.
Elke ochtend twee uur lang de eendimensionale berichtgeving van de
mainstream-kranten lezen, vernauwt het bewustzijn, vooral ook omdat de
verslaafde krantenlezer vervolgens werkelijk meent op de hoogte te zijn van de
belangwekkendste zaken in de wereld, terwijl men domweg gehersenspoeld is. In
hun uitgebreid gedocumenteerde studie Manufacturing Consent. The
political economy of the Mass Media (2002) concludeerden de
Amerikaanse geleerden Edward S. Herman en Noam Chomsky met betrekking tot de
berichtgeving van de westerse commerciële massamedia:
In contrast to the standard conception of the media as cantankerous,
obstinate, and ubiquitous in their search for truth and their independence of
authority, we have spelled out and applied a propaganda model that indeed sees
the media as serving a 'societal purpose,' but not that of enabling the public
to assert meaningful control over the political process by providing them with
the information needed for the intelligent discharge of political
responsibilities. On the contrary, a propaganda model suggests that the
'societal purpose' of the media is to inculcate and defend the economic,
social, and political agenda of privileged groups that dominate the domestic
society and the state. The media serve this purpose in many ways: through
selection of topics, distribution of concerns, framing of issues, filtering of
information, emphasis and tone, and by keeping debate within the bounds of
acceptable premises,
Beide wetenschappers komen na ruim 400 pagina's documentatie tot de slotsom
dat:
As we have stressed throughout this book, the U.S. media do not function in
the manner of the propaganda system of a totalitarian state. Rather, they
permit -- indeed, encourage -- spirited debate, criticism, and dissent, as long
as these remain faithfully within the system of presuppositions and principles
that constitute an elite consensus, a system so powerful as to be internalized
largely without awareness. No one instructed the media to focus on Cambodia and
ignore East Timor. They gravitated naturally to the Khmer Rouge and discussed
them freely -- just as they naturally suppressed information on Indonesian
atrocities in East Timor and U.S. responsibility for the aggression and
massacres. In the process, the media provided neither facts nor analyses that
would have enabled the public to understand the issues or the bases of
government policies toward Cambodia and Timor, and they thereby assured that
the public could not exert any meaningful influence on the decisions that were
made. This is quite typical of the actual 'societal purpose' of the media on
matters that are of significance for established power; not 'enabling the
public to assert meaningful control over the political process,' but rather
averting any such danger. In these cases, as in numerous others, the public was
managed and mobilized from above, by means of the media's highly selective
messages and evasions. As noted by media analyst W. Lance Bennett: 'the
public is exposed to powerful persuasive messages from above and is unable to
communicate meaningfully through the media in response to the messages...
Leaders have usurped enormous amounts of political power and reduced popular
control over the political system by using the media to generate support,
compliance, and just plain confusion among the public.'
En:
Given the imperatives of corporate organization and the workings of the
various filters, conformity to the needs and interests of privileged sectors is
essential to succes. In the media, as in other major institutions, those who do
not display the requisite values and perspectives will be regarded
as 'irresponsible,' 'ideological,' or otherwise aberrant, and will
tend to fall by the wayside. While there may be a small number of exceptions,
the pattern is pervasive, and expected. Those who adapt, perhaps quite
honestly, will then be free to express themselves with little managerial
control, and they will be able to assert, accurately, that they perceive no
pressures to conform. The media are indeed free -- for those who adopt the
principles required for 'societal purpose.'
Dat wat betreft de ideologische achtergrond; eveneens over de presentatie
van de berichtgeving door de mainstream media valt het nodige op te merken.
The technical structure of the media virtually compels adherence to
conventional thoughts; nothing else can be expressed between two commercials,
or in seven hundred words, without the appearance of absurdity that is
difficult to avoid when one is challenging familiar doctrine with no
opportunity to develop facts or argument... The critic must also be prepared to
face a defamation apparatus against which there is little recourse, an
inhibiting factor that is not insubstantial... The result is a powerful system of
induced conformity to the needs of privilege and power. In sum, the mass media
of the United States are effective and powerful ideological institutions that
carry out a system-supportive propaganda function by reliance on market forces,
internalized assumptions, and self-censorship, and without significant overt
coercion. This propaganda system has become even more efficient in recent
decades with the rise of the national television networks, greater mass-media
concentration, right-wing pressures on public radio and television, and the
growth in scope and sophistication of public relations and news management.
In zijn essay The New York Times Versus The Civil Society (2005) schreef
de onafhankelijke Amerikaanse media-analist en econoom Edward S. Herman een
vernietigend artikel over 's werelds invloedrijkste krant.
The veteran New YorkTimes reporter John Hess has said that in all 24 years
of his service at the paper he 'never saw a foreign intervention that the
Times did not support, never saw a fare increase or a rent increase or a
utility rate increase that it did not endorse, never saw it take the side of
labor in a strike or lockout, or advocate a raise for underpaid workers. And
don’t let me get started on universal health care and Social Security. So why
do people think the Times is liberal?' The paper is an establishment
institution and serves establishment ends. As Times historian Harrison
Salisbury said about former executive editor Max Frankel, 'The last thing that
would have entered his mind would be to hassle the American Establishment, of
which he was so proud to be a part.'
Ralph Nader merkte dan ook terecht op:
Face it, America. You are a corporate-controlled country with the symbols
of democracy in the constitution and statutes just that-symbols of what the
founding fathers believed or hoped would be reality.
Dit is precies de context waarin een mainstream opiniemaker als Henk
Hofland zich als een vis in het water beweegt. Hoewel in het leven van ieder
mens het heden niet losgekoppeld kan worden van zijn verleden, is dit toch
precies wat Hofland met de 'Arabieren'of de 'Russen' doet,
of met welke bevolking dan ook die in zijn ideologische waanvoorstelling op een
bepaald moment gestigmatiseerd of gecriminaliseerd moet worden. Oorzaak en
gevolg bestaan bij hem dan niet, dus wordt geen aandacht besteed aan datgene
waarop Edward Said wees, namelijk
the fact that the extraordinary global reach of classical nineteenth- and
early-twentieth-century European imperialism still casts a considerable
shadow over our own times.
Kenmerkend voor het gebrek aan empathie voor de ontelbare slachtoffers van
het westerse expansionisme is het verzwijgen van het koloniale verleden. Dit
ontbreken van inlevingsvermogen is nog schrijnender wanneer men weet dat
Hofland nog steeds impliciet pleit voor grootschalige luchtbombardementen,
terwijl hij het bombardement van Rotterdam op 14 mei 1940, waarbij 'naar
schatting 650 tot 900 mensen' om het leven kwamen, op afstand
meemaakte en deze traumatische gebeurtenis 41 jaar nadien kwalificeerde als 'een
enorme infame daad' en 'één van de grootste misdaden.' Hoeveel
humaner reageert de in 1974 geboren Amerikaanse beeldend kunstenaar Matthew Day
Jackson. Toen ik in 2012, voorafgaand aan een interview met Chris Hedges, hetPrinceton
University Art Museum bezocht, zag ik daar een maquette van hem van
een verbrande stad, onderdeel van een serie getiteld August 6th 1945,
die een beeld geven van de moderne horror van luchtbombardementen, begeleid
door de volgende tekst:
Jackson explores subjects as varied as history, science, landscape, and
belief. Nearly all of these issues are addressed in August 6th, 1945. Using
only wood, lead, and a blowtorch, Jackson re-creates a bird’s-eye view of
Dresden, Germany, circa February 15, 1945, shortly after the city was engulfed
in flames as the result of a bombing campaign by British and American forces.
Associated with astronauts, cartographers, and surveillance satellites, the
aerial perspective speaks to the relationship between power, vision, and
knowledge; it also places viewers inside the planes that flew over Dresden and
alongside Paul Tibbets, the pilot who captained the Enola Gay to Hiroshima,
Japan, on August 6, 1945. Like many of Jackson’s works, the assemblage seen
here addresses the weaponization of technology as well as the contradictory
fruits of human progress. 'There is no document of civilization,' philosopher
Walter Benjamin famously wrote in 1940, 'that is not simultaneously a document
of barbarism.'
Zelf zei Jackson in een interview:
Hiroshima defies understanding, but you can recognize the bankruptcy of it
all and how much of my life is predicated on it. In Hiroshima’s subsequent
birth of the Nuclear society and family, and you could also argue, the
internet, and the way that we understand each other – the nuclear weapon was
more effective in creating a cohesive humanity and understanding with one
another way more so than the hippy movement could have ever dreamed. But not
through love, but in the ability to kill with impunity, without borders –
there’s no edge to a nuclear explosion. It never goes away. And in trying to
and how I understand Hiroshima, it affects the kind of sculpture that I make.
Wat de jonge Amerikaanse beeldend kunstenaar Matthew Day Jackson wel kan,
kan de stokoude Nederlandse opiniemaker H.J.A. Hofland niet, zich inleven in de
slachtoffers van meer dan één 'enorme infame daad' die
meer dan één 'van de grootste misdaden' in de
geschiedenis der mensheid zijn geweest. Qua destructie, verlies aan
mensenlevens en consequenties voor de toekomst was Rotterdam vergeleken met
Hiroshima en de napalm-bombardementen op Vietnam, en de Shock and Awe-campagne
tegen de Iraakse bevolking een bagatel. Jackson wil met zijn verbrande steden
laten zien hoe een moderne oorlog eruit ziet, hij wil aantonen hoe massaal
geweld de wereld in een uniforme verwoesting achterlaat, en dat de uitslaande
brand nooit meer ophoudt. In de praktijk van alledag is sprake van 'just
a continuation or atmosphere of fire.' Degene die langs zijn
maquettes van verbrande steden trekt, ziet al van veraf 'a rush of
fire through alleyways and streets,' maar geen mensen, die zijn al
weggesmolten door de hitte van de brandbommen, net als bijvoorbeeld de burgers
in de Duitse stad Dresden op 13-14 februari 1945, toen
Seventy percent of the Dresden dead either suffocated or died from poison
gases that turned their bodies green and red. The intense heat melted some
bodies into the pavement like bubblegum, or shrunk them into three-foot long
charred carcasses. Clean-up crews wore rubber boots to wade through the ‘human
soup’ found in nearby caves. In other cases, the superheated air propelled
victims skyward only to come down in tiny pieces as far as fifteen miles
outside Dresden.
Jackson spreekt over hoe bedrieglijk de 'mythologie van de Koude
Oorlog' is. 'We believe it is over and that is
definitely a much more comfortabel thought than to think that it just continued
and moved to different places,' zo verklaarde hij in 2012
tegenover de vooraanstaande Britse kunstcriticus Andrew Graham-Dixon. 'I
think we have forgotten' zei hij tenslotte over de verschrikkingen
van oorlogsgeweld. Dezelfde verschrikkingen die eeuwenlang het westers
kolonialisme hebben begeleid, en waarvan de auteur Joseph Conrad in Heart
of Darkness (1899) een accurate beschrijving geeft. 'The
horror! The horror!' als rode lijn door de geschiedenis van de
westerse 'beschaving,' en beschreven lang
voordat Auschwitz en Hiroshima demonstreerden wat de pedante Hofland en zijn 'politiek-literaire
elite' angstvallig proberen te verzwijgen, omdat ze anders
zichzelf en hun publiek niet meer kunnen bedriegen met hun geclaimde
superioriteit. Inderdaad, de feiten over de eigen verschrikkingen is de
intelligentsia'forgotten.'
Wanneer Hofland het heeft over 'het hedendaags failliet van de
Arabische beschaving,' terwijl toch 'het
vredestichtende Westen' getracht heeft 'het tij' met 'oorlogen' (!) te 'keren,' dan
verzwijgt hij één van de belangrijkste oorzaken van het bankroet, namelijk het
verraad van de westerse grootmachten tijdens de hele negentiende en twintigste
eeuw, tot nu aan toe. Hoewel aanvankelijk de Arabieren onafhankelijk werd
beloofd als zij in opstand zouden komen tegen het Ottomaanse rijk waarmee Groot
Britannië en Frankrijk in oorlog waren, verdeelden tegelijkertijd al in 1916 beide
Europese koloniale mogendheden in het geheim de door hen gecreëerde nieuwe
Arabische staten. Die landen werden met passer en lineaal zo gevormd dat het de
olie- en geopolitieke belangen van de Franse en Britse elite het best dienden,
zonder rekening te houden met etnische verschillen of politieke voorkeuren van
de betreffende bevolkingsgroepen. In de jaren zeventig van de vorige eeuw zag
het Westen door de uiterst bloedige Libanese burgeroorlog wat voor chaos er
ontstond, zodra de moeizaam verworven balans werd verstoord. Maar dit
weerhielden Washington, Wall Street en het Europa van 'Geen Jorwert
zonder Brussel' er geenszins van om het afgelopen decennium met
massaal geweld te interveniëren in het Midden-Oosten en de Maghreb. Gezien het
feit dat de NAVO met zijn agressie tegen islamitische landen
doorgaat, lijkt het er verdacht veel op dat het westerse offensieve
bondgenootschap er juist op uit is om zoveel mogelijk chaos en burgeroorlogen
te creëren, geheel conform het aloude (neo)koloniale adagium: 'verdeel
en heers.' Want na burgeroorlogen te hebben veroorzaakt in
Afghanistan, Irak, Libië, Syrië en Jemen zou men verwachten dat zelfs de
westerse elite beseft dat dit beleid vanuit de officieel beleden idealen van
democratie en mensenrechten volkomen contraproductief werkt.
Hofland en zijn claque blijven evenwel hinderlijke historische feiten
mee te laten spelen in hun eendimensionale, zwat-wit voorstelling van zaken. De
Iraans-Amerikaanse hoogleraar Iranian Studies and Comparative
Literature aan de prestigieuze Columbia University, Hamid Dabashi,
benadrukt in zijn studie Iran. A People Interrupted (2007) het
volgende fenomeen, waarmee de door het Westen gekoloniseerde volkeren
geconfronteerd werden:
Iranians became colonized and exposed to European modernity at one and the
same time; thus, they can be modern only in a colonial sense, and they cannot
be decolonized without simultaneously losing a presiding sense of how to live
with the modernity of their own history. The root of the
paradox is not just the fact that we (like pretty much the rest of the world)
received Enlightenment modernity through the gun barrels of European
colonialism…
Caught in the snare of that paradox, the cul-de-sac of colonial modernity,
of being either modern in the indignity of colonial terms or else decolonized
with the delusions of cultural authenticity, which is itself the worst kind of
'Westoxication,' Iranians (like all other people around the world marginalized
around the imaginary center of 'the West') have fended for themselves by
oscillating among nationalist, socialist, and Islamist terms of their struggles
for freedom and democracy.
Hier kunt u mijn interview met Dabashi beluisteren:
Omdat de kleinburgerlijke westerse mainstream-media niet de historische
ontwikkeling rationeel begrijpelijk willen maken, maar alleen met emotionele
beelden willen veroordelen, besteedt Hofland geen enkele aandacht aan de
culturele, sociale, en zelfs niet eenspolitieke voorgeschiedenis,
waarbij nog in 1953 de Britse geheime dienst en de CIA de democratische regering
van premier Mossadeq ten val bracht omdat zij de onbeschaamdheid had om de
eigen Iraanse oliebronnen te nationaliseren. De democratische regering werd
vervangen door het terreur-bewind van de Sjah van Perzië, die kort daarvoor was
uitgeweken, in afwachting van de door het Westen gefinancierde geweld dat hem
weer op de -- met bladgoud en 26.733 edelstenen versierde -- pauwen-troon zou
zetten. Omdat de Iraanse staatsgreep in 1953 in interne, toen nog geheime
documenten, werd beschouwd als een uiterst bruikbaar model voor toekomstige 'regime
changes' (inclusief die in Oekraïne), is het interessant te
zien hoe de westerse geheime diensten, onder aanvoering van de CIA, te werk
gingen. De Iraanse ‘regime-change,’ was
georganiseerd door de Amerikaanse functionaris Kermit Roosevelt, kleinzoon van
president Theodore Roosevelt, die in Iran met CIA-geld de Iraanse onderwereld
overhaalde om de pro-Mossadeqh bevolking met geweld te terroriseren. Kermit
Roosevelt nam daarvoor contact op met twee van zijn Iraanse geheime
dienstmensen. De Amerikaanse oud-correspondent van de New York Times,
professor Stephen Kinzer, schreef hierover in All the Shah's Men: An
American Coup and the Roots of Middle East Terror (2003):
These two agents had excellent relations with Tehran's street gangs, and
Roosevelt told them he now wished to use those gangs to set off riots around
the city. To his dismay, they replied that they could no longer help him
because the risk of arrest had become too great. This was a potentially fatal
blow to Roosevelt's new plan. He responded in the best tradition of secret
agents. First he offered the two agents $50,000 to continue working with him.
They remained unmoved. Then he added the second part of his deal: if the men
refused, he would kill them. That changed their minds. They left the embassy
compound with a briefcase full of cash and a renewed willingness to help. That
week, a plaque of violence descended on Tehran. Gangs of thugs ran wildly
through the streets, breaking shop windows, firing guns into mosques, beating
passersby, and shouting 'Long Live Mossadeqh and Communism!' Other
thugs, claiming alliance to the self-exiled shah attacked the first ones.
Leaders of both factions were actually working for Roosevelt...
De rest is geschiedenis, Mossadeqh werd gevangen genomen, de sjah in het
zadel geholpen, de oppositie gemarteld en democratie vernietigd. Met steun van
het Westen kon het regime van de shah tot 1979 ongestoord doorgaan met martelen
en moorden. Voor de Amerikaanse autoriteiten werd de 1953-staatsgreep een
schoolvoorbeeld van hoe hun belangen het best verdedigd konden worden. Bijna
overal konden Washington en Wall Street marionetten aan de macht helpen door
omkoping, chantage, bedreigingen en, als dit alles niet hielp, met geweld. Wikipedia meldt
dit over Kermit Roosevelt:
By the early 1950s, Kermit Roosevelt, Jr. was a senior officer in the CIA's
Middle Eastern division. At that time, there was a political crisis
centered in Iran that commanded the
focused attention of British and American intelligence outfits. In 1951, the
Iranian parliament, under the leadership of the nationalist movement
of Dr. Mohammed Mossadegh, voted
unanimously to nationalize the oil industry. This shut out the immensely
profitable Anglo-Iranian Oil Company (AIOC),
which was a pillar of Britain's economy and political clout. A month after that
vote, Mossadegh was elected prime minister of Iran.
In response to nationalization, Britain placed an embargo on Iranian oil
exports, which worsened the already fragile economy. Neither the AIOC nor
Mossadegh was open to compromise in this period, with Britain insisting on a
restoration of the AIOC and Mossadegh willing only to negotiate the terms of
its compensation for lost assets. U.S. President Harry S. Truman ruled out
joining Britain in a coup against Mossadegh, and Britain felt unable to act
without American cooperation, particularly since Mossadegh had shut down
their embassy in 1952. Truman's successor, President Dwight D. Eisenhower, was
persuaded by anti-communist arguments that there was potential for Iran's
Communist Tudeh Party to capitalize
on political instability and assume power, aligning Iran and its immense oil
resources with the Soviet bloc. Coup plans
which had stalled under Truman were revived by an eager intelligence corps,
with powerful aid from the brothers John Foster Dulles (Secretary of State) and Allen Welsh Dulles (Director of Central Intelligence),
after Eisenhower's inauguration in 1953.
According to Roosevelt, he slipped across the border under his CIA cover as
‘James Lockridge’ on June 19, 1953. He was put up in the capital, Tehran, in a
place rented by British intelligence…
Under Roosevelt's direction, the CIA and British intelligence funded and
led a campaign of black propaganda and bribery leading
to a coup d'etat to overthrow
Mossadegh with the help of military forces loyal to the Shah in Operation Ajax. The plot
hinged on orders signed by the Shah to dismiss Mossadegh as prime minister and
replace him with General Fazlollah Zahedi, a choice
agreed on by the British and Americans.
Despite the high-level coordination and planning, the coup faltered
initially and the Shah fled Iran. After a brief exile in Italy, however, the
Shah was brought back again, this time through a second coup which was
successful.
In his book All the Shah's Men: An American Coup and the Roots of
Middle East Terror, The New York Times reporter Stephen Kinzer reported that
the CIA ordered Roosevelt to leave Iran. Roosevelt ignored the order and,
instead organized a second coup, this one successful. The deposed Mossadegh was
arrested, given a show trial, and placed in solitary confinement for three
years in military prison, followed by house arrest for life. Zahedi was installed
to succeed prime minister Mossadegh.
After that coup, Kinzer reported that the Shah said to Roosevelt, 'I owe my
throne to God, my people, my army—and to you.' […]
In 2003, William Blum, in Killing Hope: US Military and CIA
Interventions Since World War II criticized Roosevelt for providing no
evidence when he ‘argu[ed] that Mossadegh had to be removed to prevent a
communist takeover’ of Iran. Blum noted that while Roosevelt kept
repeating how Mossadegh was a danger due to his seizure of the oil industry and
his other Socialist reforms as well as his cooperation with the Tudeh Party,
Mossadegh's role was much more nuanced. This view was shared by many in
the Intelligence community, although most notably the head of the CIA station
in Iran resigned rather than participate in the coup.
Een jaar later pleegde de VS opnieuw een staatsgreep waarbij een democratie
om zeep werd geholpen. Ditmaal dichter bij huis. In 1954 werd met behulp van
tenminste twintig miljoen dollar aan Amerikaans belastinggeld de democratisch
gekozen president Jacobo Arbenz van Guatemala verdreven. De door een grote
meerderheid gekozen Arbenz, die zijn ‘onderontwikkeld land met een
overwegend feodale economie’ wilde veranderen in een ‘moderne
kapitalistische staat,’ maakte daarbij een fundamentele fout: hij
legde beslag op een braakliggend land dat in handen was United Fruit
Company, een concern met schatrijke aandeelhouders als de
Rockefeller-familie en waarvan
John Foster Dulles and the firm of Sullivan & Cromwell, had been legal
council for the United Fruit Company for decades and John Foster Dulles was
also a major shareholder in UFC. And at the time John Foster Dulles was
also the Secretary of State under President Dwight D Eisenhower. Dulles’s
grandfather had also been Secretary’s of State in the time of President Ben
Harrison. Allen W Dulles the brother of John Foster Dulles was also a
major shareholder of the company and whiled away his empty hours being the
Director of the CIA. General Robert Carter, head of the National Security
Council was a former Chairman of the Board of United Fruit. Thomas G
Corcorran, everyone’s 'Mr Fixit' – an appalling man whose biography would be a
true adventure story- and who was often accused of corrupt behavior back home,
worked for the CIA was a paid consultant for United Fruit.
Terwijl deze United Fruit-kongsi van rijke Amerikaanse
beleidsbepalers via een PR-campagne Arbenz lieten afschilderen als een willig
gereedschap van ‘de internationale Communistische samenzwering,’ organiseerden
Rockefeller’s persoonlijke vrienden, de minister van Buitenlandse Zaken John
Foster Dulles en zijn broer Allen Dulles, hoofd van de CIA, een reeks
gewelddadige sabotageprogramma’s, waarbij het openbare leven in Guatemala werd
ontwricht. Tenslotte hielp Washington een stroman, generaal Castillo Armas, aan
de macht, wat het begin betekende van een serie bloeddorstige regimes die de
afgelopen halve eeuw meer dan honderdduizend Guatemalteken hebben vermoord. Aan
de andere kant van de Stille Oceaan verschafte de CIA in 1965 het door de
VS getrainde en gesteunde Indonesische leger lijsten met namen van
hervormingsgezinde Indonesiërs die moesten worden vermoord. Volgens
diplomatieke documenten liep deze massamoord parallel met de geplande en
succesvolle militaire machtsovername. In een paar weken tijd werden naar
schatting tussen de 500.000 en 1 miljoen mensen op een vaak gruwelijke wijze
gedood. Tien jaar later viel het leger van het Soeharto-regime Oost-Timor
binnen, een voormalige Portugese kolonie met aanzienlijke olie-reserves. Bij
het daarop volgende verzet tegen de bezetter werd eenkwart tot eenderde van
alle Oost-Timorezen met Amerikaanse wapens uitgeroeid, gerekend naar het aantal
inwoners de grootste genocide sinds de holocaust tijdens de Tweede
Wereldoorlog.
Geen woord hierover vinden we terug in Hoflands beschouwingen die gefocust
zijn op de 'failliete beschaving' van Arabieren of
Russen of die van andere volkeren die zich weigeren neer te leggen bij de
dictaten van Washington en Brussel. In plaats daarvan prijst de 'politiek-literaire
elite' alhier bij monde van bijvoorbeeld Geert Mak de Amerikaanse
buitenlandse politiek omdat het imperium, volgens hem, 'decennialang
als ordebewaker en politieagent – om maar te zwijgen van alle hulp die het
uitdeelde.' Op zijn beurt spreekt de al even gecorrumpeerde H.J.A.
Hofland van 'het vredestichtende Westen.'
Wie in Nederland zou dergelijke gerespecteerde ‘Amerikadeskundigen’ durven
tegenspreken? Maar anderzijds: wie van de polderintellectuelen heeft het in
2013 verschenen Kill Anything That Moves. The Real American War in
Vietnam gelezen? Daarin wijst de Amerikaanse historicus Nick Turse
erop dat
Americans have long been taught that events such as the notorious My Lai
massacre were isolated incidents in the Vietnam War, carried out by ‘a few bad
apples.’
Op basis van geheime documenten en ‘first-person interviews’ toont
Turse na een baanbrekende onderzoek aan dat
violence against Vietnamese noncombatants was not at all exceptional during
the conflict. Rather, it was pervasive and systematic, the predictable
consequence of orders to ‘kill anything that moves.’
Drawing on more than a decade of research in secret Pentagon files and
extensive interviews with American veterans and Vietnamese survivors Turse
reveals for the first time how official policies resulted in millions of
innocent civilians killed and wounded. In shocking detail, he lays out the
workings of a military machine that made crimes in almost every major American
combat unit all but inevitable.
Turse’s onderzoek onderbouwt zijn conclusies met ondermeer documenten uit
overheidsarchieven ‘filled with Washington’s long suppressed war crimes
investigations.’ In de epiloog schrijft Turse onder de titel 'Wandering
Ghosts':
Despite the decades that have passed, despite the presidents who have
attempted to rebrand the war or dispatch it to the dustbin of history,
Americans are still in the thrall of a conflict that refuses to pass quietly
into the night. Never having come to grips with what our country actually did
during the war, we see its ghost arise anew with every successive military
intervention. Was Iraq the new Vietnam? Or was that Afghanistan? Do we see
‘light at the end of the tunnel’? Are we winning ‘hearts and minds’? Is
‘counterinsurgency’ working? Are we applying ‘the lessons of Vietnam’? What are
those lessons, anyway?
The true history of Vietnamese civilian suffering does not fit comfortably
into America’s preferred postwar narrative – the tale of a conflict nobly
fought by responsible commanders and good American boys, who should not be
tainted by the occasional mistakes of a few ‘bad apples’ in their midst. Still,
this is hardly an excuse for averting our eyes from the truth.
Juist in dit laatste zijn opiniemakers als Hofland en Mak getraind als geen
ander. Zij doen precies wat George Orwell tijdens het begin van de Tweede
Wereldoorlog in zijn essay Notes on Nationalism als volgt
beschreef:
Events which it is felt ought not to have happened are left unmentioned and
ultimately denied... Some nationalists are not far from schizophrenia, living
quite happily amid dreams of power and conquest which have no connection with the
physical world.
Meer over de polder-propagandisten later.
There must be some kind of way out of
here,
Said the joker to the thief,
There's too much
confusion, I can't get no relief.
Ukraine’s neo-Nazi leader
becomes top military adviser, legalizes fighters
Published time: April 06,
2015 03:12
Edited time: April 06, 2015 13:18
Edited time: April 06, 2015 13:18
Image from mil.gov.ua
3.1K1K23
Trends
Tags
Ukraine’s Interpol-wanted leader of extremist group
Right Sector, Dmitry Yarosh, has been appointed as an adviser to the country’s
Chief of General Staff. He has agreed to legalize thousands of fighters as an
assault team subordinate to the regular army.
“Colonel General Viktor Muzhenko, Chief of General
Staff, and Dmytro Yarosh agreed the format of cooperation between ‘Pravy
Sector’ [Right Sector] and the Ukrainian Armed Forces,” Ukraine’s defense ministry said in a statement.
The appointment apparently comes after successful
negotiations took place between the so-called Ukrainian Volunteer Corps (DUK
Right Sector) and Ukraine’s top military command regarding possible options of
incorporating the armed gangs inside the defense ministry’s structure of command.
The Right Sector’s armed paramilitary battalions
agreed to be “subordinated to military leaders,” the ministry
said. According to the statement, Muzhenko and Yarosh stressed the need
for “unity”,confirming fighters’ readiness to obey Kiev’s central
command.
“DUK is ready to perform common tasks with the Army,
ready to obey the army leadership in matters relating to national defense
against an external enemy, which enables every patriot to protect Ukraine,” Yarosh said.
Image
from mil.gov.ua
Yarosh, who was one of the main figureheads of the
violence-seeped coup last year, is wanted by Interpol for incitement of
terrorism, and extremist activities. He was placed on the international wanted
list at the request of Russian authorities. Despite his notoriety, Yarosh is an
elected member of the Ukrainian parliament heading the Right Sector political party,
which is banned in Russia as an extremist organization
Over the weekend Yarosh announced that he plans to
legalize private military companies in Ukraine, and will soon introduce new
legislation into the Parliament.
"I think it could be a good option for people,
who can’t get back from war inside their heads," the extremist leader claimed. “This will
provide jobs to many people, and stability in the country, after all.”
The legalization comes after Yarosh offered to reform
his Volunteer Corps into a professional assault team, in response to Kiev’s
demands for all paramilitary units to surrender their arms or join the
country’s official armed forces. Right Sector initially refused to obey the
ultimatum, calling them“traitorous” and claiming that “volunteers
and patriots” will only lay down arms after Ukraine’s territorial
sovereignty is restored.
The so-called volunteer, as well as territorial
defense and other types of privately formed and sponsored battalions, have been
fighting alongside Ukraine’s regular army since Kiev began its “anti-terrorist
operation” in the east of the country last April. Many of them have been noted
for their cruelty and murderous tactics against the local population, such as
Aidar and Azov being accused by international human rights associations of war
crimes.
After a ceasefire agreement was reached in February,
some of these armed units refused to leave the Donbass region and have
regularly violated the reached agreements.
De Europese Beschaving van Geert Mak en Henk Hofland.
FORGET CONGRESS! “THE DEEP STATE” IS AMERICA’S “REAL
BAD GUY” IN UKRAINE
Global
Research, April 06, 2015
Oriental
Review
Region: Russia and FSU, USA
Theme: US NATO War Agenda
In-depth
Report: UKRAINE REPORT
In his introduction to the
US-Russia Expert Panel prompt about whether Congress can be lobbied away from
arming Ukraine, Mr. Doctorow mentions previous American interventions abroad
that were “well-intentioned and even noble” but ultimately “resulted in
catastrophe”, such as “Iraq, Afghanistan and Libya”. The strong issue taken
with this statement is that the US’ interventions there and everywhere else
were and always will be anything but well-intentioned and noble, being driven
by pure geopolitical power plays in each and every instance.
It’s exactly this “well-intentioned and even noble”
mindset that has convinced the vast majority of Congress of the righteousness
of arming Ukraine, and no amount of lobbying will get them to see beyond this
perspective unless they themselves really want to. Suggesting that
“developments outside the States, meaning from decisions made in Europe” could
have a positive effect on convincing Congress to pull back from its current
course completely ignores the reality of American Exceptionalism and the fact
that Congress may actually feel emboldened to arm Ukraine
simply because the EU is seen as being ‘weak’ and ‘dilly dallying’ over this
artificially pressing topic.
It’s important at this point to question the logic of
even lobbying Congress against arming Ukraine in the first place, since
President Putin has previously said that Kiev is already getting arms from
Western countries anyhow. This shows that Congress’ function isn’t
to call the shots in American foreign policy, but to function as ‘democratic’
window dressing for established deep state policies. To expand upon this
further, the deep state is defined by the author as representing the permanent
diplomatic, defense, and intelligence bureaucracy that doesn’t cycle out of
power whenever presidential administrations change. They represent a continuous
and consistent force in shaping the application of America’s foreign policy,
hence why despite the regular shuffling of the state’s upper echelon (e.g.
Secretary of State, Director of the CIA, the President), the country’s policies
proceed unabated amidst these symbolic periodic transitions.
This is
exceptionally true for American foreign policy against Russia, and one needs
look no further than the new US National Security Strategy of
2015 to recognize both the power of the deep state and the
futility of lobbying Congress against its dictates. The document explicitly
makes it clear that Russia is now seen as a threat to American national
security and that the US “will continue to impose significant costs on Russia
through sanctions and other means”. Specific attention should be drawn to the
last part, “and other means”, which is an obvious allusion to hostile covert
operations such as arming Ukraine. The die has already been cast when it comes
to sanctions (see the certainty with which the document speaks about the
continued imposition of sanctions without any reference to Congress
whatsoever), so it should be no different when it comes to weapons shipments
either.
Finally, in the absolutely unlikely event that
Congress passes legislation expressly prohibiting the arming of Ukraine, then
the deep state, with the rubber stamping of the President, can resort to more
surreptitious methods to carry out its preplanned shipments, with the
Iran-Contra scandal immediately coming to mind. It doesn’t matter what exact
form this takes, but what’s important is to acknowledge that ‘where there’s the
will, there’s the way’, and the US deep state certainly has the will to
continue pushing Russia’s buttons and prodding it into a costly conventional
intervention in Ukraine on terms which are controlled by Washington. The
solution, therefore, lies not in fruitlessly lobbying Congress and impossibly
reversing a fait accompli, but in accepting the reality of the deep
state’s overriding influence on foreign affairs and redirecting one’s efforts
towards more constructive endeavors, such as raising awareness among the
population about this state of affairs and supporting independent media and
political oversight initiatives that seek to shed light on it.
Andrew Korybko is
the political analyst and journalist for Sputnik who
currently lives and studies in Moscow.
Turning and turning in the widening gyre
The falcon cannot hear the falconer
Things fall apart; the centre cannot hold;
Mere anarchy is loosed upon the world,
The blood-dimmed tide is loosed, and everywhere
The ceremony of innocence is drowned;
The best lack all conviction, while the worst
Are full of passionate intensity.
William Butler Yeats. The Second Coming. 1919
No comments:
Post a Comment